Opmerking naar aanleiding nan het flrtihel
\7eld- of Berg-flrtiilerie,
In het algemeen wordt gerekend op 54 stukken geschut op 10 a
15000 man, dus 3 a 5 vuurmonden op 1000 geweren 2). De Heer H.
is tevreden voor ons leger met 2 a 3 vuurmonden per 1000 man.
Hij wenscht voor ons veld-leger 72 stukken, zoodat hij,
volgens het voorgaande rekenende op 2.5 stukken op 1000
geweren, dat leger stelt op 29.000 man.
De formatie is echter 20 veld-bataljons (waarvan 16 op Java),
zoodat al zijn deze geheel op Java geconcentreerd, de sterkte
aan veld-infanterie, volgens de oorlogsorganisatie, Lelt 20 X 632
12.640 man, waarop dus volgens den Heer H. slechts 32
stukken, of 8 batterijen van 4 stukken, noodig zouden zijn.
Zou de Heer H. dat kleine aantal batterijen dan nog splitsen
in veld- en berg?
Afgaande op de totale som op de Indische Begrooting voor
de verwapening der bereden artillerie uitgetrokken, 2 millioen,
en den prijs van 2 veld-batterijen, (één divisie) van f 470.000,
kunnen we een 8 tal nieuwe batterijen veld- en berg-artillerie
verwachten en daar de Minister verklaart, dat de veld-artillerie
zal zijn als die in Nederland, kan op batterijen van 6 stukken
gerekend worden voor de veld- en is er geen reden om een andere
indeeling voor de berg-artilierie aan te nemen, zoodat we 48
stukken veld- en berg-geschut zullen mogen verwachten, over
eenkomende met 4 per 1000 geweren van het veld-leger.
Als infantarist ben ik uit den aard der zaak een voorstander
van eene ruime dotatie aan artillerie aan het veld-leger.
Zooals punt 2 van het Nieuwste „Voorschrift voor het Gevecht
der Bereden Artillerie" zegt:
1) I M. T. 1908 No. 11.
2) Op 1000 geweren komen in Duitscliland 5 04, Frankrijk 3.20, Rusland 3.65, Oos-
tenrijk-Hongarije 3.43, Italië 3.49, Zwitserland 2.70, Nederland 3.00, Zweden 3.20 en
Denemarken 2.84 stukken.