672
Het is toch waarlijk niet te veel gevergd voor menschen, die bloed
en leven veil hebben voor den staat, en zeker niet minder arbeiden aan
de beschaving en vooruitgang onzer koloniën dan anderen.
„Hoogeboorn en Pop" zeggen dat Napoleon geen beunhaas was op
militair en menschkundig gebied.
En juist deze Napoleon deed al zijn best, dat zijne verschillende korpsen
zoo fraai mogelijke uniformen droegen en elk wapen zijn wapeneigen.
Dat zal de Keizer toch zeker niet zonder reden gedaan hebben.
WÜdragen eene eenheidsuniform. Waarom? Hebben de ont
werpers onzer uniform er heusch bij gedacht, dat zij daardoor de korpsen
meer bij elkaar zouden brengen, of een eenheidsgeest te voorschijn kon
den tooveren.
Ei, ei!
Ik zelf beb mijne beste vrienden gehad onder de andere wapenBtoch
kau ik u verzekeren dat ik duivels trotsch op mijn eigen wapen ben,
en er heelemsal niet rouwig cm zou zijn, indien elk wapen zijn eigen-
aardigen uniform droeg.
ik ga verder; ik geloof zelfs, dat 't beter zou zijn, indien dat gebeur
de. Want verreweg 't meerendeel van ons wordt officier bij een wapen,
omdat zij officier bij dat wapen willen zijn, omdat het hun eene begeerte
en een trots is bij dat wapen te dienen.
En van dat wapen is de uniform de uiting!
Als ik goed ben ingelicht, is onze uniform, zooals zij oorspronkelijk
was, v. n. 1. samengesteld door een luitenant-kolonel-Intendant.
Met alle respect van dien toenmaligen hoofdofficier gesproken, had
men beter gedaan eenen uitnemenden tailleur deze opdracht te geven
wat dan ook de uitslag bewezen heeft.
Maar zulk een tailleur tenzij hij eene studie van uniformen gemaakt
heeft beschikt in het algemeen over weinig kennis van het „wapeneigen".
Indien de regeering derhalve er ooit toe over moge gaan, eene alge-
heele uiniform-verandering te ontwerpen, zau ik vooistellen:
eene commissie te benoemen, samengesteld uit 4 officieren van de 4
wapens, waaraan toegevoegd een administratieofficier (voor keuring kwa
liteit enz.) en een Mr. kleermaker (burger) van zeer goede reputatie.
Deze laatste vervaardigt op aanwijzing der commissie uniformen in
de navolgende richting:
ffl. eene zelfde veldtenue voor het geheele leger.
b. eene keurige uniform te dragen in het garnizoen, voor elk wapen
of dienstvak afzonderlijk.
Ad. a. Het veldtenue bestaat uit: b v.
1. een groote hoed van Tangerangsch stroo. (Bamboe breekt te
spoedigT. stroo is slap en duurzaam).
2. een veldbuis met 4 zakken en liggenden kraag.
3. half lange broek.
4. bruine putties,
5. bruine zeildoeksche schoenen.
Kleur der uniform: kaki of grauw; orderscheidingsteekenen weinig