üniform-iDijziging. 1 April 1909 No. 31. Wij Wilhelinina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau enz. enz., enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Koloniën van 22 Maart 1909, Afd. C. Ie Bureau No. 1 Hebben goedgevonden en verstaan met wijziging in zoover van de voorschriften betreffende de kleeding en de bewapening van het Leger in Nederlandsch-Indië te bepalen als volgt Artikel 1. Op dm voet als voor de officieren is bepaald, wordt het ook aan de onderluitenants, de adjudant-onderofficieren en de met dezen rang geassimileerde militairen vergund een overjas te dragen, met dien ver stande, dat het daarop voor de onderluitenants aan te brengen rangsdis tinctief overeenkomt met het voor de blauwe attila voorgeschrevene en geplaatst wordt op gelijke wijze als het rangsdistinctief der adjudant onderofficieren. Artikel 2. Het is aan de officieren, de onderluitenants, de adjudant-onderoffi cieren en de met dezen rang geassimileerde militairen vergund een mantel te dragen naar het voor de officieren der Yeld-Artillerie van het Leüer hier te lande thans voorgeschreven model en met dezelfde rangsdistinctieveu als voor de in het vorig artikel bedoelde overjas zijn vastgesteld. Artikel 3. De kapotjas wordt, zoowel voor de bereden als voor de onbereden militairen beneden den rang van adjudant-onderofficier, vervangen door een mantel van donkerblauw waterdicht serge, voorzien van armsgaten, armbedekstukken en een breeden liggender. kraag, waarop voor de gegra dueerden dezelfde rangsdistinctieven zijn aangebracht als voor ranggenoo- ten van de bereden wapens van het leger hier te lande thans gelden. Artikel 4. De blauwe attila ondergaat voor de hoofd- en subalterne officieren, de onderluitenants, de adjudant-onderofficieren en de met dezen rang geassimileerde miltairen de navolgende veranderingen: a. de uiteinden van den kraag, die drie en een halve tot vijf en een halve centimeter hoog is, sluiten rechtstandig tegen elkander aan. b. de drie rijen van vijf metalen kaoopen op de borst worden vervangen door drie rijen van zes gewerkte knoopen van zwart kemelsgaren, de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 706