52 De taak der artillerie in het gevecht is: door haar vuur de uitvoering van het gevechtsplan te bevorderen. Aangezien de infanterie bij deze uitvoering in den regel de belangrijkste rol vervult, bestaat de werkzaamheid der artillerie hoofdzakelijk in het ondersteunen van de gevechtshandelingen van dit wapenen wel a. door rechtstreeksche versterking van het vuur der infanterie; b. door bescherming der infanterie tegen storende invloeden van 's vijands zijde, in de eerste plaats tegen 's vijands artillerie vuur". Met het oog op de betrekkelijk geringe numerieke sterkte aan infanterie van ons veld-leger, tegenover welken te verwach ten B. Y. ook, kan eene zeer krachtige ruggesteun aan artil lerie door de infanterie niet ontbeerd worden. Gaarne zou ik dan ook zien, dat de wensch van den Heer H. vervuld kon worden, en wij in stede van 48 een 72tal stuk ken konden tegemoet zien. Hiertegen bestaan echter groote bezwaren. Vooreerst finantieel. Zoolang buitengewone uitgaven, waaronder eene verwapening der bereden artillerie toch wel gerekend kan worden, uit de gewone middelen bestreden worden, moeten de uit gaven verband houden met de meest dringende behoeften en kan dan nog in die behoeften slechts druppelsgewijze voorzien worden. Evenwel finantieele zelfstandigheid staat voor Indië in het vooruitzicht, hetgeen beteekenen' kanvoor buitengewone uitga ven, buitengewone middelen, en dan zou het finantieele bezwaar overwonnen zijn. Een bezwaar, dat méér klemt, is het personeel. Voor de be diening van het geschut hebben wij Europeanen noodig. Bij de artillerie blijft niemand verder van een kanon dan een Inlandsch „kanonnier".. En Europeanen hebben en krijgen we maar schaars. Wel schijnt de suppletie thans wat beter te worden, maar of dit een blijvend verschijnsel zal zijn, moet de toekomst nog leeren. Zooals de Minister in de Kamer zeide, de tegenwoordig in Holland hoogtij vierende Jan Salie-geest doet de menschen in Nederland blijven. En wat hebben wij aan geschut, als we het zelfs niet naar eisch kunnen bedienen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 70