685 westen der Tji Taroem als de plaats van dat vleugelstuk zien kan. Hij verkent dus de standplaats van den batterijcommandanr. Hij bepaalt de ligging van verschillende punten ten opzichte van de baak en andere gegevens. Kan zich nu de A. C. met zijne keuze vereenigen, dan zal, ten gevolge van het vroegtijdig verrichten van deze voorbereidende maatregelen, het vuur veel spoediger dan anders geopend kunnen worden. Uit het voorgaande moge gebleken zijn, welke hooge eischen aan een doelverkenner gesteld worden. Alleen door veel en aanhoudend te^ oe fenen zullen officieren en kader zich de noodige bedrevenheid eigen kunnen maken. Ad. 4. De Detachementscommandant heeft zich door de opvolgende berichten niet laten ophouden; met elkander vergeleken, geven zij hem den indruk en dat is, wanneer de voorhoede Radjamandala binnen trekt dat hem de overgang over de Tji Taroem betwist wordt door eenige vijandelijke afdeelingen, welke den terugtocht van andere in wes telijke richting, met gebruikmaken van den spoorweg, willen dekken. Klaarblijkelijk waren zij niet in staat de steenen boogbrug ten zuid westen van Tagok te vernielen. Hij besluit nu krachtig door te tasten, waartoe hij den voorhoede commandant de beschikking geeft over het geheele Int. II, met de op dracht de brug ten zuidwesten van Tagok te forceeren met medewer king van het vuur der batterij. Inf. IY blijft voorloopig in reserve en zal beginnen met zich op te bergen in Kiara, terwijl Inf. II. ten aanval vooruitgaat. De A. C., die zich met de opvatting zijner patrouille heeft kunnen vereenigen, brengt ondertusschen zijne batterij in de uitgekozen stelling. Dan is voor Inf. II het oogenblik aangebroken om den aanval te be ginnen, terwijl de batterij zich gereed houdt om elke poging van den vijand om die aanvallende beweging te beletten of te vertragen, met vuur te onderdrukken. De A. U., die voorziet, dat bij voortgaan van den aanval zijne stelling minder gunstig voor eene voortdurende krach tige ondersteuning is, zendt ai dadelijk zijne verkenners uit om in meer westelijke richting eene tweede stelling, desnoods voor slechts ééne sectie, te zoeken. Voorts zorgt de A. C. steeds van de bewegingen van Inf. II op de hoogte te blijven. Alzoo een voortdurend in nauw verband met elkander werken van infanterie en artillerie 1). Het is niet mogelijk het verdere verloop van den aanval te bespreken; daartoe geeft de kaart van 150000 te weinig bijzonderheden van het terrein. Voor zich zelve overwege men nu in welken vorm Inf. II den aanval zal uitvoeren, waar de cavalerie gedurende den aanval blijft, of de artillerie dekking noodig heeft en of de batterp met al hare stukken het vuur opent, dan wel b. v. eene sectie in bewakings- of afwachtings- stelling voorloopig laat zwijgen. 1) Het mag vreemd genoemd worden, dat wij nog altijd geen voorschrift voor het gevecht der verbonden wapen3 hebben. Wel geven de ge* echt 3 voorschriften der arzon- iijke wapens iets op dit gebeid, doch lang niet genoeg Goede, onderlinge samenwer- werking in oorlogstijd wordt alleen door een voorschrift voor het gevecht der verbonden wapens verzekerd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 715