61 nieuiD draagbaar gereedschap Door de Infanterie, De Dorm uan de uizierkorrel met hef oog op het hedendaagsch geuecht. 8. Opent de vijand het vuur, zoo mag het in geen geval beantwoord worden; in het algemeen is een troep, die 's nachts eenmaal het vuur heeft geopend, slechts moeilijk weer vooruit te krijgen. Opent de vijand zijn vuur eerst op korten afstand, dan moet onmiddellijk gestormd worden. Daar de vuuruitwerking 's nachts vrijwel gelijk nul is, werden bij voorkeur gesloten aan vals vormen gebezigd. L. De russisch turksche oorlog van 78 heelt geleerd en de laatste oorlog in Mandsjoerije heeft bewezen hoe noodig het is dat de infanterie zich in het terrein kan ingraven. Niet altijd gaat de voorwaartsche be weging even vlot er komen rustpunten in voor, waarbij beschutting gezocht moet worden tegen bet vijandelijk vuur, dat niet rust. Nu had men de infanterie wel pioniergereedschap gegeven, maar daarbij niet overwogen, dat eenmaal in de vuurlinie liggende, het niet aangaat van den man te eischen, het benoodigde gereedschap onderling te ruilen. En dat was toch noodig, want ieder droeg wat anders, 't zij een schop of een spade, een zaag of een draadschaar dan wel een kapmes. Zoo zou het gebeuren dat de man die zich wilde ingraven, alleen een zaag had of een bijl. Dit heeft de Kolonel Bruzon van het 24ste Regt. Inf. doen zoeken naar een stuk gereedschap, waarmede de man zich in verschillende ge vallen kan behelpen. Als product van dien arbeid is nu een werktuig vervaardigd ongeveer van de lengte van de korte inf. schop, welbekend, doch smaller, het blad een weinig lepelvormig gebogen en puntig toe loopend. De eene zijde van het blad draagt een merk „bois" de andere een, „fer", aangevende wat er mede kan worden behakt. Het werktuig is in de eerste plaats dus een schop, doch kan als kap mes dienst doen a s er licht hout, struikgewas e. d. is op te ruimen. Het wordt gedragen aan den gordel, doch bij het begin van het vuur gevecht aan den rechter draagriem voor de borst gehangen, om het vlug bij de hand te hebben als de schutter ligt. Het fransche ministerie laat er proeven op groote schaal mee nemen. In de afleveringen 114 en 115 van het Militar Wochenblatt 1908 behandelt de Beversche majoor Von Parst dit vraagstuk. Hij begint met te verklaren, dat bij eene deugdelijke vredesopleidmg de bewering onjuist is, als zoude de man in 't gunstigste geval slechts over den loop heen zien en ongeveer in de richtiDg van het doel vuren De aard en de moreele en lichamelijke toestand van het individu, zoomede de intensiteit van het gevecht zullen echter een buitengewoon groot aantal verschil lende graden van nauwkeurigheid in het richten veroorzakenDe schrijver stelt daarna als eerste eisch aan het wapen, dat de mechanische arbeid van het richten zoo gering mogelijk zij, om ook bij machtige physische invloeden nog uitvoerbaar te blijven. In verband hiermede acht hij de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 79