66 in de toekomst echter nog alleen in Nederland worden gedragen, zoomede door hen die zulke schoenen aldaar ontvingen en in Indië afdragen. Yoor hen ware dus nog te bepalen, dat ze bij de leeren schoenen pantalons van het tegenwoordige model dragen. b. Kleedingkist. Volgens de A. O. 1908 No. 134 moet op de donkergrijs en zeer donkergrijs geschilderde van gouvernementswege verstrekte kleeding kist naam en stamboeknummer met zwarte verf vermeld staan. Dit wordt al spoedig moeilijk leesbaar. Beter ware het hiervoor witte verf voor te schrijven. II. Straffen. Volgens de letterlijke opvatting van het bij A. O. 1907 no. 67 aan de A°0. 1887 no. 69 toegevoegde artikel 17, zou een militair, die met provoost of cachot wordt gestraft voordat hij een vorige politiekamer- straf geheel heeft uitgediend, de resteerende dagen politiekamer niet in halen. Dit kan toch niet de bedoeling zijn. III. Hinderlijke drukfout. Zooals artikel 7 der A. O. 1903 no 136 voorkomt op bi. 1519 der Yerzameling Algemeene Orders 1883-1905, is het onbegrijpelijk. IV. Reglement op den Inwendigen Dienst. a. ad. art. 36. Zou het niet mogelijk zijn meer overzichtelijke en voor de mindere militairen gemakkelijker begrijpelijke overzichten van de pensioens- en gagements-bepalingen te doen samenstellen Het ware wel gewenscht de vreemde, voor de onderofficieren en sol daten onbegrijpelijke woorden in de krijgsartikelen, door zuiver Aeder- landsche te vervangen. b. ad. Hoofdstuk. V. Een overal gebruikelijke weekdienst, n.l. die van fourier van de staf- week, is niet in het R. I. D. geregeld. c. ad. art. 75. In de praktijk is het bezoeken van de avondtafel voor onderofficieren meestal facultatief, zonder dat dit aanleiding geeft tot moeilijkheden. Zou het Regiemeent niet in dien geest kunnen worden gewijzigd. d. Art. 97. De wijze, waarop het innemen der goederen geregeld is, geeft den man creen enkelen waarborg, dat de door hem aan den sectiecommandant in geleverde goederen, door dezen aan den fourier worden ingeleverd. Een en ander geeft aanleiding tot reclames. Wenschelijk ware het de opgave ook door den man te doen onderteekenen, voor zooverre hij lezen en schrij ven kan. e. Art. 120. Bestaat er bezwaar tegen te bepalen, dat in bijzondere gevallen (door- trekkenden, ziekte in het gezin) ook echtgenooten van onderofficieren in de menage kunnen worden opgenomen tegen betaling van vivresin- demniteit en inleg?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 84