80 Studieboeken, teekenbehoeften enz. moesten de leerlingen tot voor weinig jaren op eigen kosten aanschaffen. Ieder leerling moet bij aan komst f 10.— in de menage storten. De menage was onvoldoende en om daaraan tegemoet te komen stond in de eetzaal een toonbank met broodjes, kaas, ham, biefstukjes, gebakken visch enz., die de leerlingen weder op eigen kosten konden aanschaffen. In de cantine was de ver leiding sterk om allerlei lekkernijen te koopen, het dragen van fijnla- kensche overjassen was toegestaan, dus kocht ieder er een, de een wilde niet bij den ander achterstaan. X geeft een berekening wat er overbleef van de soldij: deze bedraagt voor elk leerling f 0.82 per dag (verhoogingen vervallen, zoodra men aan den Hoofdcursus komt). Hiervan gaat af f 0.55 voor menage, f 0.05 voor wasschen, gewoonlijk f 0.10 voor kleedingschuld, blijft 0.12. En van die twaalf centen moet dan nog af een diagelijk gedeelte voor boekenschuld en voor de storting 10.in de menage. Het is inderdaad goed, dat ook van deze zijde eens licht op de kwestie is gevallen. Verbetering van deze toestanden is dringend noodig, vóórdat men den Hoofdcursianen gegronde verwijten over hun „beeren" mag maken. Mavors (No. 11 en 12) bespreekt onder het hoofd „Receuil Militair" een nieuw „Voorschrift voor de cursussen bij het Wapen der Infanterie". Bij elke Divisie en bij het Instructie bataljon is één cursus. Voor alle cursussen wordt jaarlijks een commissie benoemd, die voor alle cursussen geijktijdig het toelatingsexamen afneemt 5 dit examen zal vermoedelijk steeds vergelijkend zijn, door het openstellen van een beperkt, door den Minister van Oorlog jaarlijks vast te stellen aantal plaatsen. De straf: tijdelijke verwijdering, die volgens het oude voorschrift voor minstens drie en hoogstens zes maanden werd opgelegd, is thans alleen aan 't maximum gebonden; verwijdering kan dus nu zelfs voor een dag plaats hebben. Deze straf sluit den leerling niet uit van't deel nemen aan het overgangsexamen en (evenmin als de straf van defini tieve verwijdering) aan het toelatingsexamen voor den hoofdcursus. Bij wijze van belooning kan aan cursusleerlingen worden toegestaan, de verplichte avond-eigenoefening te houden ten huize hunner familie. Het huren van kamers is ten strengste verboden. Het nieuwe voorschrift onderscheidt de adspiranten als behoorende tot het beroeps-, reserve- en militiekader. De leden van het reservekader, geslaagd voor het examen voor toelating tot een der studiejaren van den cursus moeten, om geplaatst te kunnen worden, eerst een verbin tenis bij het beroepsleger aangaan. De December-aflevering van de Indische Gids brengt o.a. „Benige aangelegenheden, 'den Inlander betreffende" door Boeka, en „Lectuur voor den Javaan" door L. P. van Gent. In het eerste trof ons de beschouwing over het optreden van militairen tegen opstandelin gen, welke de overweging dubbel waard is en die we hieronder overnemen. Bij optreden van gewapenden tegen opstandelingen is het gebruikelijk, aanvankelijk te sonuneeren, daarna in de lucht te schieten en dan eerst een gemikt salvo af te geven. Humanitaire beweegredeneu voeren hiertoe, maar het omgekeerde wordt bereikt. Wat tegenover Westerlingen menschelijk is, wordt, tegenover Oosterlingen toegepast, juist wreed De sommatie geeft den.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 98