hEGER\7RflflG5TUKKEIl in DE PERS. Ueriaapening der Bereden Artillerie. In de „Avondpost" van 1, 2, 3 en 4 December j.l. lazen we Geschut- en Buizenquaestie. Van deskundige zijde wordt ons het volgende medegedeeld: Bij het doorzien der Indische begrooting 1909 blijkt niet zoo dadelijk, dat onder de f 3,518,000, bij de onderafd. 65 voor „materieel" aange vraagd, ook f 470,000 verscholen zitten voor de aanschaffing van 2 veldbatterijen snelvuurgeschut. Men komt eerst tot die wetenschap door de toelichting op onderafd. 62, betrekking hebbend op den bouw eener kazerne voor de Koloniale Reserve te Nijmegen! Over dien post werd een vinnig, tevens vrij langdurig debat gevoerd tusschen den minister van Koloniën en den afgevaardigde Thomson. Zoowel bij den aanval als bij de verdediging werd in allerlei technische bijzonderheden afgedaald. Toch zijn sommige voorname punten, waarbij beginselen zijn betrokken, onopgehelderd gebleven. Het zal gemakkelijker vallen deze in het juiste licht te stellen, door te herinneren, wat aan de invoering van het „snelvuurgeschut" is voorafgegaan. Daarover dus een enkel woord Het, in 1878, voor het Nederlandsche leger aangeschafte veldmaterieel, was door den overgang in de meeste landen, tot het systeem van snel- laders uit den tijd geraakt. Opziende tegen de groote kosten werd er evenwel eerst in 1900 toe besloten proeven met dergelijke snelladers te nemen. De keus stond tusschen twee stelsels. Yolgens het eene werd het kanon, na het schot, „slechts weinig" uit de richting gebracht, met het andere blijft die richting zoo goed als „onveranderd". Met het eerste kan versneld vuur 10 schoten in de minuut), met het tweede bepaald snelvuur 20 schoten in de minuut) worden gedaan. Daartegenover staat, dat bij het eerste stelsel, de (z.g. starre) affuit van betrekkelijk eenvoudige, bij het laatste van meer samengestelde constructie is. Immers bij deze (z.g. gelede) affuit, heeft de terugloop van het kanon op de affuit zelf plaats en wel langs hydropneumatischen of hydraulischen weg. Bij de proeven, waarop zoo even werd gedoeld, waren 2 kanonnen (1 van Krupp en 1 van Cockerill) van het eerste en 1 kanon (Schneider) van laatstvermeld stelsel aanwezig. De uitslag dier proeven is geweest, dat van het door Krupp ingezon den kanon op starre (veerspoor) affuit een batterij voor verdere be proeving werd besteld. Nauwelijks was deze batterij uit Duitschland aangekomen, of de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 107