Weerboarheidsgedachfen. Iets ouer Guerilla, Onlangs werd in een bijeenkomst van officieren de vraag ge steld, wat te denken van de meermalen geuite bewering, dat een mogelijke B. V. behoorde bestreden te worden als de I. V. Begrijpelijkerwijze ontspon zich hierover eene levendige ge- dachtenwisselmg, waarbij de meest uiteenloopende meeningen werden verkondigd. Het bleek daar, bij hoe groot aantal offi cieren het geloof vast staat, dat de strijdwijze der Marechaussée de aangegeven vechtwijze behoort te zijn van het Indische Leger, ook wanneer dit geroepen zal worden om op te treden tegen een gelijk bewapenden en geoefenden vijand. Is dit al een gevaarlijke theorie, omdat een ernstige vijand ongetwijfeld met lange geweren zal komen, die al dadelijk de overhand zullen hebben op de ballistisch zooveel minderwaardige karabijnen, nog bedenkelijker wordt de zaak, als tevens wordt aanbevolen, dien vijand te bevechten, zooals de Inlandsche vijand het ons doet. Het komt mij voor, dat het noodig is, die stellingen eens nuchter onder de oogen te zien, ontdaan van alle lofwerk door het succes der laatste jarenopdat er meer vastheid van ideëen uit zal groeien, waar zulke scherp uiteenloopende opvattingen noodlottig kunnen worden voor het welslagen van onze Lands verdediging. De aanbevolen vechtwijze zou dan zijn de guerillabestaande in het ontwijken van eiken beslissenden slag, van elk ernstig gevecht om daar tegenover te stellen het voortdurend afmatten van de tegenpartij door steeds zijne flanken of rug te bestoken, zijne konvooien aan te vallen, zijn nachtrust te verstoren, zijn ver bindingen te verbreken en al dergelijke handelingen, die een handige Inlandsche vijand meermalen met succes tegenover ons I. M. T. 1909. t

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 19