(Dededeelingen, flan de Redactie. Onklaar gerneer, Zakken flijehjas. Geachte Heer Eedacteur. Mag ik u hierhij eenige opmerkingen toezenden, naar aanleiding van het volgende: A. In I.E. I wordt onder meer voor bijzondere plichten van den tirailleur aangegeven, bl. 79 „als het eigen geweer onklaar mocht zijn zoo mogelijk onverwijld, dat vaneen gevallene nemen. Is hiervoor geen gelegenheid, dan het schieten staken en, in staande houdinghet geweer bij den voet plaatsen. Zoo spoedig mogelijk aan den groepsct. rappor teeren, zonder van zijn plaats te gaan." In knielende houding, noch in liggende houding, valt deze tirailleur den groepsct. op. Zou het geen aanbeveling verdienen, deze alinea te veranderen inIs hiervoor geen gelegenheid, dan gaan liggen en het geweer rechtstandig plaatsen. „Zoo spoedig mogelijk aan den gr. et. rapporteeren etc." is dan met meer noodig, aangezien de voorgestelde wijziging opvallend genoeg is. B. Eene andere opmerking naar aanleiding van de practische toe passing van het nieuwe S. Y. In 26, bl. 19 eerste al. wordt aangegeven, „de kolf van het geweer op het commando „aan" alleen eene opwaartsche beweging maakt rakelings langs de kleeding, en bl. 20 Op het commando „zet af" alleen eene benedenwaartsche be wind rakelings langs de kleeding. Op de blauw katoenen jas, zoowel als op de sergen Atjeh jas (beide veldtenue), zijn rechter bovenzakken aan gebracht. Het verdient aanbeveling deze zakken te doen vervallen, aangezien elke vulling daarvan zeer hinderlijk is voor de bovenaangehaalde bewegingen van den kolf van het geweer. v- In de eerste plaats verzoeken we den geachten inzender, het papier voor persstukken slechts aan ééne zijde te willen beschrijven. ad. A. Uwe opmerking is volkomen juist en houdt geene rekening met den oorlogstoestand. Een schutter, die gaat staan als zjjn geweer onklaar is doet denken aan de pensioen-schutters van Atjeh, niet aan een modernen oorlog, de vette letter wijst er trouwens op, dat het een voorschrift geldt, alleen tegen den I. V. I.E. I en II zijn door een commissie in Nederland herzien. De her ziening van de vette letters zal spoedig volgen. "We hopen dat de Ind. commissie uw opmerking zal lezen. Overigens is het beter omtrent dit punt niets meer voor te schrijven. We

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 207