196 Een gedragen Ueldnuurmond naast den bereden Uelduuurmond bij de nermapening der Bereden Artillerie nan het nederlandsch-lndi5che Leger. „De Volksvertegenwoordiging wenscht mededinging! De Mi nister van Koloniën is er, nadat ik nog eens heb nagelezen al hetgeen daaromtrent is gezegd, na aan toe dit onbevangen standpunt te gaan aanvaarden. Tegenover de richting zijner ambtenaren is hij geneigd om te erkennen, dat mededinging heilzaamja noodzakelijk is." Zoo ongeveer de Heer van Löben Seis den 29n December j. 1. in de Eerste Kamer der Staten- Generaal. Schreven wij in aflevering 1 van dit Tijdschrift, dat door het veto van den Minister van Koloniën, tegen schroefsluiting in het algemeen, ons geschut voor Nederlandsch-Indië, waarvoor wij het ontwierpen, van de baan was geschoven, verdere lezing van de Handelingen der Staten-Generaal gaf ons moed ons pogen niet op te geven en lust het met kracht te hervatten. Nu aan de kwestie van de verwapening der Bereden Artillerie nog niet voldaan werd, kan en mag deze aangelegenheid, van zoo overwegend belang voor het geheele Indische Leger, niet blijven rusten. Een nadere berekening leerde ons dat bij ons ontwerp, desge- wenscht, in stede van seAroe/sluiting uitsluiting (eene Leitwelle) kan worden toegepast, waardoor het hoofdbezwaar van den Mi nister tegen ons stelsel komt te vervallen. Ons geschutontwerp was opgebouwd op de ons in Nederland bekend geworden gegevens, ballistische en andere, betreffende het naar Indië uitgezonden proefgeschut, dus kaliber 7 c.M., projectielgewicht ruim 5 K. G. Dit geschutontwerp werd door de Skodawerke belichaamd in een proefkanon. „De verwapening der Bereden Artil lerie is niet slechts een artilleristisch belang, doch een Deper-belang." „Voor de Artillerie te Velde van het Indische Leger is beweegbaarheid hoofd zaak!"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 214