239
Bij den eerstbedoelden S. C. bevindt zich een tweede seiner,
van dezelfde seinmiddelen voorzien, opgesteld met den rug naai
den B. C. gekeerd deze seiner seint de door den S. C. afgelezen
commando's, waardoor de B. C. (c. q. de hulprichter) voortdurend
de overbrenging der seinen kan controleeren.
De teekens worden gedeeltelijk met één, gedeeltelijk met beide
armen geseind, de arm die niet gebruikt wordt, wordt zooveel
mogelijk achter het lichaam onzichtbaar gemaakt (zie Plaat).
„Stuk" en het nummer worden gelijktijdig geseind.
Attentiesein"tevens begin of einde van het berichtwordt
aangegeven door wuiven met de hand van den rechter (wit
ten) arm.
„Niet begrepenwordt aangegeven door één arm eenige malen
boven het hoofd heen en weer te zwaaien.
Cijfers worden met den rechter (witten) arm geseind. De
cijfers van een getal worden opvolgend geseind, tusschen twee
cijfers wordt de hand vóór den rechter schouder gebracht, is
het getal geheel overgeseind dan wordt de arm achter het
lichaam onzichtbaar gemaakt.
De hoekmeterstand wordt geseind door tioee getallen van twee
cijfers b. v. 61.80 door 6—1/8—0; 1.64 door 0—1/6—4; ook hier
komt tusschen de twee getallen de arm op den rug.
De getallen voor afstand of tempeering worden met twee of
drie cijfers aangegeven volgens onderstaand voorbeeld:
Het commando „Vuren!" wordt aangegeven door den rechter
(witten) arm met het hoofddeksel in de hand vóór langs het
lichaam in den stand schuin omlaag te brengen.
Snelvuurwordt aangeduid door dien arm eenige malen vóór
langs het lichaam rond te zwaaien en daarna het aantal schoten
te seinen.
Met den witten arm worden nog geseind „meer" en „minder."
Met den linker (rooden) arm worden alleen geseind: „stuk"
„schok" en „springpunten."
2900
2925
2950
2975
3000
2-9
2-9-2
2-9—5
2—9—7
3—0