259
Er wordt weerstand verwacht; kan de voorhoede de haar opgedragen
taak volvoeren, of moet ze versterkt worden Tot hoe ver? Waar houdt,
de taak van de voorhoede op m.a.w. wanneer heft ge de voorhoede-
indeeling op en geeft ge andere bevelen, 't zij tot het gevecht, 't zij
tot een afmarsch in eene andere richting (het gevecht ontwijken)?
Uit deze enkele regelen moge blijken, dat met een bloot lezen
van de handboeken niet kan volstaan worden, maar dat grondige kennis
van de beginselen, zooals elk Legerbestuur die in zijne voorschriften
legt, een helder oordeel van den toestand van het oogenblik en een
goede dosis gezond verstand de eerste eischen zijn, waaraan voldaan
moet worden.
De gevechtsvoorschriften laten alle eene behoorlijke speling toe, omdat
voor elk geval de bevelhebber toch zelf moet beslissen. Het is dan ook
een fout, dat bijv. de beginselen voor het gevecht der Inf. opgenomen ziin
in een Reglement, dat alleen mag bevatten zaken, die zoo moeten
gebeuren als is voorgeschreven en waarvan geen andere uitvoering is
toegelaten.
Hoe rekbaarder een voorschrift nu is, hoe meer een eigen oordeel
moet worden gevormd. Daarmede te wachten tot ge voor een feit wornt
gesteld, is gevaarlijk, in ieder geval niet aan te bevelen. Routine en
ervaring spreken een geducht woord mede; waar die ontbreken, moeten
oefeningen het gemis zoo goed mogelijk aanvullen, 't Zij deze worden
gehouden in het terrein, 't zij op de kaart, in beide gevallen is een
voorbereidende studie noodig, om berekend voor zijn taak te kunnen
optreden en zich rekenschap te kunnen geven niet alleen van wat
men doet, maar omtrent het hoe en waarom.
Deze toegepaste studie nu wordt o. a. in de hand gewerkt, door de
kaart te nemen, een gemengde afdeeling zich toe te wijzen en deze ge
durende een tweetal marschdagen van bevelen te voorzien. De bestaande
werken over de toegepaste methode hebben allen de oplossingen er ook
in staan, eene omstandigheid die moeilijk te vermijden is omdat juist
die oplossingen de aantrekkelijkheid vormen.
De eenige „maar" hieraan verbonden, is de verleiding waaraan de
lezer „bij weinig tijd" of „weinig in de stemming zijn" bloot staat, om
eerst zelf de opdracht volledig uit te werken en daarna pas na te lezen,
hoe de steller zich dat heeft gedacht.
Men kan deze verleiding weerstaan door als volgt te werk te gaan.
Stel eene colonne samen uit verschillende wapens, doch niet sterker dan
4 bat. aan inf, neem liever voor het begin de helft of nog minder, voeg
daaraan zelf de hulpwapens toe, na van te voren de beginselen, volgens
welke de sterkteverhoudingen worden bepaald, te hebben nagespeurd
in velddienst of tactiekboek. Neem als taak of opdracht eene verkenning
in een vijandelijk land, met het bezetten en voorloopig vasthouden van
een geschikt punt op laten we zeggen 1marschdag verwijderd.
Ge krijgt nu achtereenvolgens: wanneer de bevelen voor den afmarsch
gegeven worden, hoe die colonne afmarcheert, (Hoofdstuk marscben) te
beginnen met den afmarsch uit het nachtkwartier, de indeeling van de
wapens in de marschcolonne, de vorming van die colonne, d. w. z. achter
eenvolgens, door afmarsch uit een vooraf ingenomen verzamelvorm of
door opstelling in de bevolen volgorde op den marschweg, het uur van
opbreken, en vooral de commando-verdeeling niet te vergeten.