Koppelen non paarden. Wa ierüinder. 271 12 Kilo, kan dus als éénmansvracht gemakkelijk worden vervoerd. De grootste benedenhelft is verdeeld in 6 vakken, waarin de kleederen opgerold worden geborgen. Er is ruimte voor 2 flanellen, 3 kabaja's, 3 slaapbroeken, 12 zakdoeken, 6 paar sokken, 2 handdoeken, 1 dun flanellen bivakjasje. 2 paar zeildoeksehoenen. (De beide laatsten in het groote vak). In het deksel is een scharnierende bak, waarin schrijfpapier, toilet-etui, rookgenj, enz. kan geborgen worden. Zie Plaat 5. In het „Journal of the Royal Artillery" komt de volgende wijze voor van koppelen van paarden, die toelaat de paarden in het open veld te laten rondloopen zonder ze vast te binden en zonder dat ze zich van de plaats kunnen verwijderen. Dit geschiedt door middel van een inrichting bestaande uit 2 karabijn- haken verbonden door een S-vormigen haak. (zie fig. 1), en die wordt bevestigd aan de steeg van het zadel (zie fig. 2). De koppeling der paarden blijkt verder uit fig. 3. Op deze wijze gekoppeld kunnen de paarden van den grond vreten zonder dat de teugels van den hals vallen. Of de koppeling in de praktijk zoo vlu<r zal gaan als men zich voorstelt, is nog de vraag, eveneens schijnt het niet uitgesloten dat de paarden door slaan elkaar verwonden. Kriegst. Zeits. 190b. Door A. Schmid te Bern werd kort geleden een automatische bronnen- ■vinder samengesteld. Dit apparaat bestaat uit een kast, waarin het mechanisme. Aan een der zijwanden van de kast bevindt zich een met het instrument in ver binding staande en vertikaal opgehangen magneetnaald, die wanneer het instrument in werking gesteld is, langs een graadindeeling draait en zoo de aanwezigheid en diepte van het onderaardsch water aangeett. De kast wordt geplaatst op een statief. Het instrument moet in open terrein goed voldoen, echter slechts Dij helder weer, windstilte en droge aardoppervlakte, ook wanneer deze met hardgevroren sneeuw bedekt is. Daar de „bronnenvinder" afhankelijk is van het optreden en de wis seling der natuurlijke elektrische stroomingen, kan hij alleen de aan wezigheid van onderaardsch water aaDgeven wanneer deze stroomingen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 295