Duiiscfaland. Engeland, 279 zich heeft. Doch ook voor de cavaleriepatrouilles is onzichtbaarheid een eerste vereischte. Daar de cavalerie meer dan vroeger in een gevecht te voet gewikkeld kan worden, zou de tegenstander door het herkennen van witte kurassiers, roode huzaren, blauwe dragonders enz., spoedig zijne gevolgtrekkingen gemaakt hebben; is daarentegen de uniform der cava lerie ongeveer gelijk aan die der infanterie, dan blijft de vijand langen tijd in het onzekere, of hij infanterie dan wel cavalerie voor zich heeft. Men heeft dan ook in overweging genomen, de geheele ruiterij (de grauwgroene jagers te paard waarschijnlijk uitgezonderd) in grauwe uni formen te steken. De cavalerie ontvangt een nieuwe karabijn met vizierinrichting tot 9000 M. De patronen-uitrusting wordt uitgebreid tot 10 per man, door hem zelf mede te voeren. Vermoedelijk zal er toe worden overgegaan de karabijn en bandoulière te doen dragen. De artillerie zal eveneens gekleed worden in gr,auw® D® geheele veld-artillerie zal bewapend worden met de karabijni M 88jai de cavalerie waardoor de zoolang gewenschte zelfstandigheid der veld artillerie verkregen wordt. (MilitariscU NachricMen). Grondkleur can kanonnen en noerfuigen nan de Deld- en posifiearfillerie. Ingevolge last van het departement van oorlog zullen alle kanonnen van de veldartillerie (Veldkanon 06 n/A en veldhouwitser 98/ „feldgrau o-everfd worden. Met de affuiten, voorwagens en caissons der veld artillerie was zulks reeds in het voorjaar 1908 geschied. De kanonnen en voertuigen van de artillerie te voet, uitgezonderd het pantser- en kustgeschut, uilen even»»» geverfd werdee.^ ,908-12. üeldmaarscfialk Roberts ouer den algemeenen dienslpichi. De gedachte aan een algemeenen dienstplicht staat m Engeland nog altijd zeer vijandig tegenover de openbare meening. Als een bewijs hiervan moge dienen, dat Lord Roberts, als president van de National Service League", welke bond steeds voor de belangen van eene algemeene weerbaarheid der mannelijke bevolking en eene verhooging van den lust tot dienstname geijverd heeft, zich genoodzaakt zag, en ongetwijfeld met veel tegenzin in de „Amy and Navy Gazette," uitdrukkelijk het volgende en over het geheele land hare vertakkingen hebbende vereeniging streefde wel- is- waar naar verplichte militaire vorming van ieder weerbaar jongeling, doch steeds had het bes imr voor oo-en gehouden, dat de vloot zoowel als het leger van Gioot- Britanme stechts door het systeem van een vrijwillige werving op sterkte gehou den mag worden."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 303