280 Engeland, Oosienrijb, TroepenDermindering in Sndië. Lord Kitchener de „Commander in Chief" der troepenmacht in Indië heeft zich ten sterkste uitgesproken tegen eenige vermindering der Engelsche troepen onder zijn commando, ook slechts maar met een enkel bataljon infanterie of regiment cavalerie, en dat hij anders niet de ver antwoording kan dragen voor de mogelijk daaruit ontstaande gevolgen. In deze meening wordt hij krachtig gesteund door den onderkoning. Deze wijst in zijn nota aan den Staatssecretaris voor Indië op de ge wichtige belangen, die het Leger heeft te beschermen en te bewaken. Onder deze omstandigheden zal de Staatssecretaris zich wel hoeden, schrijft de United Service Gazette No. 3943, om in te gaan op het ge schreeuw der anti-militairen om vermindering der militaire macht. Zoo iets is, tenminste voor Indië onder de tegenwoordige omstandigheden geheel uitgesloten. (Mil. Wochenblatt No. 107). Korps nrijisillige automobilisten en moiormielrijders. Bij Verordnungsblatt van 28 September j. 1. zijn de organieke bepa lingen voor de korpsen vrijwillige automobilisten en motor wielrijders (Motor-korps), bestemd om in tijd van oorlog bevelen en berichten over te brengen, vastgesteld. De motor-korpsen bestaan uit het korps vrijwillige automobilisten en het korps vrijwillige motorwielrijders. De commandant van de motor-korpsen wordt benoemd door den Keizer en in beginsel gekozen uit de gewone leden van de Oostenrijksche auto mobielclub. Hij voert betreffende den dienst rechtstreeks briefwisseling met de ministers van oorlog en van de nationale defensie en met de beide onder zijn bevelen staande korpsen. De reservisten, leden van het motor-korps, moeten minstens een oefe ningsperiode vervullen bij den troep, terwijl zij de andere kunnen doen als automobilist of motorwielrijder. Ie. Het korps vrijwillige automobilisten. Dit bestaat uit den com mandant, diens plaatsvervanger en de leden. De beide eersten worden benoemd door den minister van oorlog op voordracht van den comman dant der korpsen. Zij beslissen, zonder hooger beroep, in de aanneming van candidaten (leden). De leden moeten zijn Oostenrijk-Hongaarsch burger, een automobiel van beproefde constructie bezitten met een explosie-motor van minstens 16 P. K. en een rijbewijs hebben. Alvorens aangenomen te worden moeten de candidaten zich schriftelijk verbinden le dienst te nemen, zonder eenig voorbehoud, voor oorlogstijd, zijnde zij alsdan onderworpen aan de wetten van de krijgstucht en het crimi neel recht; 2e in vredestijd gedurende vier achtereenvolgende jaren drie oefen ings.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 304