hegerDraagstukken in de pers.
De regeling nan de rechisposiiie der Officieren nan hei Ded. Ind, heger.
Telegrammen:
De tweede Kamer zal morgen in behandeling nemen een ontwerp tot
wijziging van artikel 42 van het Keglement op het beleid der regeering
van Nederlandsch Indië, benevens een motie van het lid dier Kamer,
L. F. Duymaer van Twist, waarin de wensehelijkheid wordt uitgesproken
van nadere wettelijke regeling der rechtspositie van den officier van het
nederlandsch-indische leger.
In de Tweede Kamer kwam de motie van het lid L. F. Duymaer
van Twist aan de orde. De indiener en de heer W. H. Bogaardt ver
dedigden de motie op principiële gronden. De heer L. W. J. K. Thom
son bracht redenen van utiliteit in het midden, ontevredenheid zou er
door worden weggenomen. Mr. C. Th. van Deventer en minister Idenburg
stelden een regeling bij de wet en een bij koninklijk besluit gelijk. De
laatste toonde aan dat bevordering van kapitein Christoffel ook onder
wettelijke regeling zou zijn mogelijk geweest. Hij ried intrekking van
de motie aan.
Het Tweede Kamerlid, de kolonel der mariniers J. B. Yerhey, steunde
de motie Duymaer van Twist. Minister Idenburg ontkende ten sterkste
dat de geest in het leger slecht zou zijn. Eventueele voorbijgaande
ontevredenheid kan nooit het gevolg zijn van het ontbreken eener
wettelijke regeling van de rechtspositie der officieren. Wanneer het waar
was dat een brandend verlangen naar die regeling' bestaat', dan zouden
zich heden niet slechts één indisch officier en een gepensionneerd indisch
officier hebben opgemaakt naar de tribune om naar do debatten te luisteren.
Deze opmerking van den minister verwekte hilariteit. De meergenoem
de motie werd verworpen met 50—11 stemmen.
De wijziging van artikel 42 van het Regeeringsreglement werd vervol
gens zonder stemming aangenomen.
Art. 42 R. R. ongewijzigd luidt: De G. G. is opperbevelhebber van
de in Ned. Indië aanwezige landmacht. In Ned. Indië worden de officieren
door den G. G. benoemd.
Zij worden door hem bevorderd en ontslagen op den voet bij algemeene
verordening bepaald. De regeling omtrent het toekennen van pensioenen
en gagementen worden bij algemeene verordening vastgesteld.
De wijziging houdt verband met het voorgeschrevene bij Ind. Stbl.
1860 No. 26 omtrent de benoeming der opperofficieren, welk voorschrift
tot nu toe in strijd was met het bepaalde bij art. 42 v/h. R. R.