De ïucmrde ucn flknoeuures. In de „United Service Magazine" van Februari 1909 komen in een opstel over dit onderwerp enkele beschouwingen en voorstellen voor, die alleszins waard zijn om de aandacht te vragen. We hebben hier weliswaar met andere legertoestanden te doen en ook eene andere oefeningswijze, zoodat tal van bezwaren niet gedeeld worden, doch dat neemt niet weg, dat het volgende ook voor ons van belang is, omdat aan het nut van groote oefeningen zoo vaak wordt getwijfeld. „An ounce of practice is worth a ton of theory" hiermede betoogende, dat een Moltke achter de schrijftafel, te velde volkomen ongeschikt kan blijken en dat voor de hoofd- en opper-officieren het om gaan met groote eenheden beslist noodig is, willen de handen in oorlogstijd niet verkeerd staan. Behalve op wat ook de lagere aanvoerders leeren, wijst schrijver op de noodzakelijkheid dat steeds intendance-officieren en kwartiermeesters meegaan, omdat zonder eenige ervaring, zij niet berekend kunnen zijn voor hun taak in oorlogstijd. Aanvulling van munitie, de taak van den militairen arts bij het uitzoeken van bivakplaatsen, het verzamelen en verzorgen van de gewonden, zij worden nog te weinig beoefend. De grootste moeilijkheid om vredesoefeningen ook maar iets te doen lijken .op de werkelijkheid is de factor „levensgevaar"- Als 1 patroon op de 10.000 losse een scherpe was, zou het karakter van de oefening al heel anders worden. Maar dat gaat nu eenmaal niet. Schrijver betreurt het anders wel, omdat de kogel de beste arbiter is. Want de moeilijkheid zit 'm niet in het zoeken van dekking, doch wel in het verlaten van de dekking onder het v u u r. Het eerste wordt gemakkelijk geleerd door de natuurlijke zucht tot zelfbehoud die bij ieder mensch aanwezig is, het laatste is eenvoudig een kwestie van discipline, moed en plichtsgevoel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 364