342
Moge echter ook hierbij het „frappez toujours" ten gevolge
hebben, dat deze aangelegenheid bij de bevoegde autoriteiten
in ernstige overweging worde genomen en met de voorgestelde
wijze b. v. bij een der korpsen te Batavia een próef worde
genomen.
Na deze inleiding het zoo belangrijke onderwerp nader uit
werkende zou ik het daarheen geleid willen zien, dat de
compagniescommandant zooveel mogelijk van alles wat op ad
ministratie gelijkt, worde ontheven en daartoe te doen be
handelen:
a. de korpsaangelegenheden als daar zijn en- èn reëngage-
ments; paspoort- en gagementsvoordrachten; idem voer medailles
enz. ten korps bureele.
b. geldelijke en materieele zaken door den kwartiermeester,
officier van kleeding of wapening.
zelfs een adjudant onderofficier kwartiermeester. Volgens de instructie voor
het voeren der administratie hij compagnieën en detachementen nu, is de
compagniescommandant rekenplichtig aan den kwartiermeester, zendt hij
aan dezen alle administratieve stukken, herstelt hij de fouten en gebreken
daarin door den kwartiermeester ontdektbeantwoordt hij de betreffende
die stukken, of de in het belang eener goede dienstregeling gedane vragen
of gemaakte bedenkingen en moet hij zelfs, wanneer die stukken onnauw
keurig zijn opgemaakt, of wel door de daarin bij de verificatie gemaakte
veranderingen minder duidelijk of tot het doel, waarvoor ze moeten dienen,
minder geschikt zijn geworden, deze laten overmaken, indien de kwartier
meester zulks verlangt.
Deze verhouding nu, heeft mij altijd zeer zonderling toegeschenen en ik
geloof niet, dat zij in eenig ander leger aldus bestaat. Zij is dan ook in
strijd met een goed begrip van de krijgstucht en daarom met recht een
doorn in het oog der troepenofficieren.
Die doorn behoort alzoo vei'wijderd te worden; doch op welke wijze?
Men zou hiertoe den kwartiermeester kunnen stellen onder den korps
commandant en door dezen laten doen, in naam, wat de kwartiermeester
verricht, in werkelijkheid, doch dan is slechts de schijn gered en krijgt
men bovendien weder eene inmenging van den korpscommandant in admi
nistratieve aangelegenheden, die in geen enkel opzicht gewenscht is.
Maar er is een ander middel om tot het beoogde doel te geraken en
dit isafschaffing der compagniesadministratie. De kwartiermeester zou
dan met recht worden de administrateur van het korps en de compagnies
commandant van bijna alle beslommeringen met de administratie zijn ont
heven. Aan de boven bedoelde wanverhouding zou dan een einde zijn
gemaakt en bovendien zou de administratie zeer vereenvoudigd kunnen
worden. Een massa registers, staten en stukken, die nu dubbel worden
aangehouden, of opgemaakt bij de compagnie èn den kwartiermeester, zouden
komen te vervallen of alleen bij den kwartiermeester bewerkt moeten worden.