De Sopansefoe Soldaat.
369
op het oogenblik dat de zon uit zee omhoog stijgt, wordt de vlag weder
gebeschen.
Het is ondertussehen tijd geworden om naar bed te gaan. Op bet
signaal der scbeepssirenen brengen de matrozen bet is nu ongeveer
half negenhunne hangmatten naar hot logies; de officieren maken
nog een ronde en houden een vluchtige inspectie over de verschillende
seheepsdeelen, om na te gaan of alles in orde is Kort daarop ligt
alles behalve de wachthebbende officieren en matrozen in diepe rust.
Op do Japansche oorlogsschepen heerscht steeds de pijnlijkste netheid.
Officieren en minderen gaan met elkaar om als leden van een zelfde
huisgezin. Tot de oefeningen behoort ook roeien, ofschoon zulks niet
iederen dag plaats heeft. Het is werkelijk geen wonder, dat er ook eens
geoefend wordt in roeien. Op feestdagen wordt een bijzondere maaltijd
verstrekt waarbij de wijn niet vergeten is de matrozen zingen dan
vaderlandsche liedereu 2).
R. Tusijawa.
Mets nieuws onder de zon.
2) Waar ter wereld gebeurt dit niet.
6e volgende beschouwingen zijn grootendeels ontleend aan een werk,
dat aan alle militaire attachés bij het hoofdkwartier van het Japansche
leger ten geschenke is gegeven. Het heet „B ushido, de ziel van Japan"
door Inazo Kitobe. Letterlijk vertaald beteekent „Bushido" „Ridderleer".
Het is een eerecode, die alle voorschriften bevat welke op het leven der
Japansche edeleD, van den Samurai af, van toepassing zijn.
De twee grootste deugden, welke in de Bushido verheerlijkt worden,
zijn de dapperheid, die den dooi niet vreest, en het eergevoel, dat het
goud veracht.
Over den Japansehen moed behoef ik in deze bladzijden weinig te
zeggen, waar iedere oorlog daar getuigenis van heeft gegeven. Er ligt
een zekere philosophie en passiviteit in; het is meer een soort bewuste
zelfopoffering dan strijdlust of roemruchtigheid. Alle Japansche soldaten
trekken met één gedachte ten strijde „overwinnen of sterven".
Laat ik hier nog even bijvoegen dat men nooit over Japansch fanatisme
kan spreken. Er bestaat geen Japansch fanatisme. Eenigermate bekend
met den Ghazi kan ik mij gerust veroorloven deze meening neer te
schrijven.
In sommige gevallen draagt het Japansche Patriotisme het karakter
van een diepingewortelde haat tegen alles wat vreemd is; in andere die
eener hoogmoedige verachting voor wat buiten hun eigen land ligt. De
eenige overeenkomst, die dan nog van opperviakkigen aard is, tusschen den
fanatieker en den Japansehen soldaat zou zijn hun beider zucht eens
roemvol op het slagveld hun leven te laten, maar bij nauwkeuriger onder
zoek ziet men dadelijk dat deze overeenkomst slechts een schjnbare is.
De beweegredenen van den Ghazi zjn van zelfzuehtigen aard. Door
den dood op het slagveld hoopt h j het Parad js te beërven, waar h j allerlei
genietingen van raaterieelen aard deelen kan met. heele scharen van
„hoeris". Die van den Japanner zijn daarentegen zoo onzelfzuchtig als
meu slechts van een sterfeljk wezen kan verlangen.