Uitoinding. 456 De geheele tenue onzer fuseliers deugt niet voor den garnizoensdienst. Zij moge berekend zijn op het eigenlijke militaire werk, den dienst te velde, voor de garnizoenen denke men dan een kleeding uit die in min dere mate den indruk van verwaarloozing geeft, 't Is voor Javaan en Europeaan eene onmogelijkheid eenig respect op te vatten voor den Indischen militair; wij hier zijn niet getuige van zijne dappere krijgsver richtingen te velde maar zien hem slechts zooals hij zich in de garni zoenen vertoont in een leelijk ontworpen, slecht gesneden en buitendien verschoten pakje kleeren, met een on-Hollandsch, kinderachtig gevormd mutsje op het hoofd, een imitatie van een hoofddeksel dat in de Schotsche hooglanden wordt gedragen, en dan liefst op bloote "voeten Ook in het militaire maken de kleeren een weinig den man; men kan inderdaad Jan Fuselier, zooals hij zich op Java voordoet, in gedachten niet dan moeilijk vereenzelvigen met den infanterist of maréchaussee die in de buitenbezittingen, dikwerf slechts met enkele weinigen tezamen, onbe vreesd een gevaarlijken vijand tegemoet gaat. Onze soldaten hebben er, dunkt ons, eenig recht op dat het legerbestuur hen in de garnizoenen, waar zij met burgers moeten kunnen verkeeren en waar zij langs den weg in 't oog vallen, behoorlijk en met wat smaak gekleed voor den dag doet komen. Een der aantrekkelijkheden van het leger behoorde te blijven: een kleurige, met wat phautasie ontworpen, uniform. Welk een verschil tusschen de zwierige kleederdracht der musketiers van Maurits, wier sjerpen en pluimen onze zeventiende-eeuwsche schilders tot de grootste coloristen van hun tijd maakten, of de schittering der unifor men van Napoleon's leger, en de sombere, leelijke, zoogenaamde „atilla's" van den Indischen soldaat der 20e eeuw! Hebben die vroegere veld- heeren hunne zaak zoo slecht ingezien toen zij de soldeniers voor hun legers aantrokken door kranige kleeding en kleurige vaandels Het moderne oorlogvoeren moge een zoo min-mogelijk opvallende kleeding eischen, men herstelle dan voor den garnizoensdienst iets van den uiter- lijken luister welke vroeger den militair eigen was. Wie goed gekleed is gedraagt zich daarnaar; en wie weet, hoezeer de dienstneming bij ons Indische leger zou worden bevorderd door een beter, zwieriger uiterlijk van den Indischen soldaat Oplossing: Een prijsvraag. In verschillende Indische en Nederlandsche bladen vonden we het bericht, dat de 2e Luitenant der Infanterie J. P. Boltejï te Amersfoort eene inrichting heeft uitgevonden, die aan elk geweer kan worden aan gebracht, om den man op 't gevechtsveld en voor de kortere afstanden te beletten, zijn geweer anders dan in nagenoeg horizontale houding af te schieten, terwijl voor grootere afstanden het mechanisme door een pal buiten werking kan worden gesteld. Wij brengen onzen jeugdigen makker gaarne hulde voor zijn vernuftige vinding iets dergelijks werd ook door den Heer Lagerwekff gewenscht in zijne brochure: „Zijn we met de nieuwe schietopleiding op den goeden weg?" Echter willen we de vraag stellen: Is het wel gewenscht, vooral op de kleine afstanden, als de ontzaglijke moreele invloeden van het gevechts veld hun hoogtepunt gaan bereiken, den man een wapen in handen te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 482