Krijgsgeschiedenis Celebes,
De bestorming nan haiilondong.
(Met plaat).
In Mei, 1906, waren de vijandelijkheden met het beruchte
Toradjahoofd Poang Tikoe begonnen door eene plotselinge
beschieting van de patrouilles welke rondom de hoofdplaats
Tondon het gebied Pengala verkenden (zie schets 1).
Begin Juni, 1906, werd een aanval op de benteng Bonto Asoe
met belangrijke verliezen afgeslagen waarna de patrouille
naar het bivak Rante Pao terugkeerde. Daar waren inmiddels
ter versterking aangekomen(4 groepen) 4e comp. 6e bat.
60 baj.) en 2 bronzen 3,7 c.M. van de marine.
Aangezien volgens spionnenberichten Baroepoe, de hoofd
versterking van Poang Tikoe was eene versterking, waar
zelfs de krijgshaftige Pata Poengawa van Boni, (kroonprins
v. Boni) D zich niet aan gewaagd had besloot de colonne
commt. met de beschikbare macht daarheen op te rukken,
terecht aannemende, dat met den val van Baroepoe, dat door
Poeang Tikoe zelf verdedigd werd, de geheele landstreek in
onderwerping zou komen.
Den 26steD Juni. 1906, kwam de colonne onder commando
van den lsten luitenant der infanterie Einthoven op de Bonto
Bimba 2) aan, (schets 2).
1). Gedurende een veldtocht van de Poengawa van Boni, waarin hij de Sidenrengers
uit het Toradja gebied verdreef, kwam ook PoaDg Tikoe, (slavenleverancier der Sidenren-
gers in ruil voor geweren), tegen hem in verzet.
De versterking Bonta Asoe, (zie boven), werd bij eenen nachtelijken aanval genomen»
doch de Poengawa durlde niet tot Baroepoe doordringen.
2). Deze hoogte werd later door Jan Fuselier den „hongerfjot" gedoopt, naar aan
leiding van het feit, dat na de inname van Lalilondong, 6 dagen op deze hoogte gebi
vakkeerd werd, in afwachting van vivres en aanvulling terwijl de troep op half rantsoen
gesteld werd: 2 maal daags een kommetje pap van brasketan, groene erwten en fijn
gesneden dengdeng.