Boekentafel.
Torpedo- of flrfillerieuloof.
In het Decembernummer van het „Marineblad" heeft zich de luitenant
ter zee A. F. Gooszen als een overtuigd voorstander doen kennen van
een artillerievloot voor de verdediging van Ned. Indië.
Wel vertoonden zijn denkbeelden niet altijd veel overeenkomst met
die van den schrijver der bespreking van het rapport der Staatscom
missie (zie No. 4 en 5, jaargang 1908 1909 van het Marineblad), of
waren er zelfs geheel mee in strijd, doch het resultaat waartoe beiden
kwamen was geljjk: zij zagen geen heil in een torpedovloot en verwachtten
alles van een artillerievloot.
Beiden oordeelden het verslaan of het ontloopen van de torpedovloot
een voor den vijand doodgemakkelijke onderneming, maar het is wel
eigenaardig, dat de twee medestanders het in de keuze der middelen,
om die onderneming te doen slagen, lang niet eens waren en zelfs eikaars
middelen veroordeelden.
Dit is dan ook wel een veelbeteekenende aanwijzing, dat het vernietigen
of ontloopen van de torpedovloot een niet zoo eenvoudige en voor de
hand liggende zaak is, als de beide schrjjvers het wel willen doen voor
komen.
Deze strijd tusschen de twee medestanders kan overigens terzijde ge
laten worden en is ook alleen cnriositeitshalve vermeld.
De luit. t/z Gooszen sluit zich geheel aan bij de door de commissie
aan onze zeemacht in O. Indië gestelde hoofdtaak belangrijke hinderpalen
te stellen aan den vijand, wanneer bij zich van Indië wil meester maken,
hem te noodzaken tot krachtige voorbereiding, het uitzicht te geven op
een langdurige verdediging enz. enz.
De torpedovloot acht hij daartoe niet in staat.
Beginnend met het constateeren van het feit, dat in den laatsten zee
oorlog het kanon gezegevierd heeft over de torpedo, een feit, dat slechts
de waarheid van een theorie bevestigde, waaraan zelden iemand getwjj-
feld heeit, wordt er daarna op gewezen, dat de torpedo in dien oorlog
niet beantwoord heeft aan de hcoge verwachtingen, die men van dat
wapen koesterde, waartoe de torpedoboot-aanval der Japanners van 8
Februari 1904 wordt aangehaald.
Het is mij niet bekend, welke hooge verwachtingen in het algemeen
van de torpedo in dien tijd gekoesterd werden, maar het feit, dat een
drietal schepen voor eenige maanden buiten gevecht gesteld werden, is
meer geschikt om ten voordeele te spreken van de torpedo dan ten
nadeele. De luit. t/z Gooszen noemt verder nog uit denzelfden oorlog
een actie, waarin de torpedo geen, en verzwijgt die, waarin zij wel succes
had, terwijl hij er totaal niet over spreekt dat de torpedovaartuigen