heuering uan Oorlogsmaterieel.
556
Een flinke schrede is hiermede voorwaarts gezet op den weg, die
voert tot gelijkstelling met de cadetten. De wenschelijkheid daarvan
uit een billijkheidsoogpunt is door ons in dit blad bepleit en met vol
doening constateeren wij, dat aan hoogerhand daarmee blijkbaar wordt
ingestemd.
Onder de mailberichten in het Soerabajascli Handelsblad van 21 April
lazen we, dat de firma Krupp te Essen aan de N. R. Ct. en de N. Ct.
het volgende had geschreven
„In het laatst van het vorige jaar werd de firma Fried. Krupp A.-G.
in de beide kamers der Staten-Generaal herhaaldelijk aangevallen we
gens haar vermeend bezit van monopolie in zake de levering van oorloos-
materieel voor de departementen van marine, koloniën en oorlog.
Zoo beweerde een lid van de eerste kamer in de zitting van 29
December 1908 dat het departement van oorlog eerst belang was gaan
stellen in het geschut met vuurmond-terugloop toen Krupp zich had
meester gemaakt van het geheim van de firma Ehrhardten in de
tweede kamer werd in de zitting van 11 December 1908 door een der
leden gezegd
„Aan marine en koloniën heerscht nog de stille kracht van Krupp,
beide departementen zijn nog gehypnotiseerd'.
Nadat wij uit de Handelingen de juiste bewoordingen hadden leeren
kennen, namen wij te meer daar uit Holland van verschillende zijden
daarop bij ons werd aangedrongen het besluit, te trachten de beide boven
bedoelde heeren, onder overlegging onzer bezwaren tegen hetgeen door
hen over ons was gezegd, er toe te bewegen deze uitlatingen, ter plaatse,
waar zij die hadden uitgesproken, te rectifieeeren.
Het lid der eerste kamer heeft tot nu toe dat is zes weken na af
zending van onzen briefnog niet geantwoord, en evenmin zijn onjuiste
bewering herroepen. Het lid der tweede kamer heeft ons een antwoord
in afwijzenden zin doen toekomen.
Onder deze omstandigheden zien wij ons daarom verplicht hiermede
in het kort, doch nadrukkelijk, het volgende te verklaren
De in de tweede kamer uitgesproken meening, als zou de „stille
kracht" van Krupp haar invloed aan de departementen van marine en
koloniën nog steeds doen gevoelen, heeft onze volle instemming, wanneer
daarin ligt opgesloten een waardeering van de eervolle, nimmer zich
opdringende en ook nimmer geraasmakende wijze, waarop wij gedurende
lange jaren hebben medegewerkt aan de bewapening van Neerlands leger
en vloot. Moet echter achter die woorden een verdachtmaking onzer
handelingen worden gezocht, dan zouden wij daartegen ernstig protest
moeten aanteekenen.
Wat de bewering in de eerste kamer aangaat, ditwij hebben niet alleen
aan het lid zelf, doch ook aan de betrokken autoriteiten, de bewijsstukken
overgelegd, dat Krupp zich op geenerlei wijze eenig geheim van de firma
Ehrhardt heeft toegeëigend. De daarop doelende bewering vindt in het
beste geval daarin haar verklaring, dat het kamerlid, die haar uitsprak,
van de rechtsvragen van het patent-geschil Krupp-Erhardt, waarin slechts
de vakman thuis kan zijn, niet op de hoogte is."