Tactische Correspondentiecursus, Uituoering. Vervolg van blz. 478). Ad 1. Wanneer de Detachementscommandanthier de oudste der twee bataljonscommandanten, bv. de commandant van Inf. II in den avond van den 23st™ Maart de opdracht ontvangt, zal hij in de eerste plaats overwegen, of hij dadelijk het marschbevel voor den volgenden dag zal uitgeven of daarmede tot eenigen tijd vóór den afmarsch wachten. Het eenige, dat hij van de Blauwe troepen weet, is, dat zij na eene reeks van hevige gevechten op Tjiandjoer teruggeworpen zijnde voeling tusschen beide partijen is verloren gegaan. Het is evenwel volstrekt niet uitgesloten, dat gedurende den nacht van 23 op 24 Maart berichten binnenkomen, welke invloed hebben op de door hem te gelasten maat regelen. Daarom zal hij wachten met het uitgeven van het marschbevel tot eenigen tijd, bv. een half uur, vóór den afmarsch, waardoor hij zijn onderbevelhebbers mogelijke tegenbevelen bespaart. Het is echter noodzakelijk nog den avond te voren, d. i. dadelijk na ontvangst van de opdracht, in een bevel die beschikkingen bekend te maken, welke zoo goed als zeker niet meer gewijzigd zullen worden en waarvan de kennis voor de compagniescommandanten onmisbaar is tot het regelen van tal van huishoudelijke aangelegenheden. Daar geheim houding hier niet noodig is, wordt in dit bevel ook een en ander omtrent de opdracht medegedeeld. Dergelijke mededeelingen zijn voor de officieren van het detachement niet alleen aangenaam, doch ook nuttig, vooral voor de commandanten der onderafdeelingen. Zij zijn dan des te beter voor bereid op de dingen, die komen zullen. Met het ontwerpen van het eigenlijke marschbevel wordt niet gewacht tot eenigen tijd vóór den afmarsch het ontwerp-bevel wordt dadelijk na ontvangst van de opdracht opgemaakt, zoo noodig gedurende den nacht gewijzigd en uitgegeven op het uur, bekend gemaakt in het boven be sproken bevel, dat men voorbereidings- of verzamelbevel zou kunnen noemen. Ter uitvoering van de ontvangen opdracht, welke hem door tusschen- komst van zijn brigadecommandant bereikt heeft geeft de Detache mentscommandant nog in den avond van den 23sten Maart het volgende bevel uit: I) Ingeval de afdeelingen, welke het detachement vormen, tot verschillende brigades behooren, zijn de commandanten hiervan met de opdracht in kennis gesteld, zoodat zij de betrokken bataljons- en divisiecommandanten hebben kunnen waarschuwen, dat hunne bataljons, c. q. één hunner batterjjen, ter beschikking van den commandant van Inf. II gesteld zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 593