Eenige beschouwingen oüer de Strategie der Duitschers
in hun oorlog tegen de Berero's.
(Met 3 schetskaarten
Door 5. Kerremans, kap. der artillerie.
Het land, dat tegenwoordig als Duitsch Zuid- West Afrika be
kend is, staat eerst sedert korten tijd onder Duitsche heerschappij.
In 1880 behoorde het nog tot de Engelsche bezittingen; in dat
jaar werd de gouverneur echter uit het land verdreven en gaf
Engeland zijn bezit aldaar, met uitzondering van de Walvisch-
baai, op. Vier jaar later had de eerste poging der Duitschers
plaats om dit stuk van het Zwarte Werelddeel in bezit te ne
men, doch den Duitschen gouverneur, Dr. Göringzoo goed als
niet door het Moederland gesteund, trof in 1888 hetzelfde lot
als zijn Engelschen voorganger. Een jaar later werd de poging
om aldaar eene Duitsche kolonie te stichten herhaald, thans
door kapitein von Frangois met 1 officier en 21 man, weldra
tot 50 man versterkt.
Zeer moeilijke tijden volgden al spoedig, de Herero's en de
Hottentotten wenschten zich niet goedschiks neer te leggen
bij de in bezitneming van hun geboortegrond. Met eene zeer
zwakke troepenmacht moest de nieuwe kolonie met haar roe
rige bevolking tot rust en onderwerping gebracht worden en
dat de verkregen rust slechts schijn was en kon zijn, daarover
waren velen het eens, hoewel de erkenning daarvan voorna
melijk werd uitgesproken nadat het drama van 't uitbarsten
van den opstand was afgespeeld.
Toch hadden zeker de regeeringspersonen, zoowel in Z.- W.
Afrika als in Duitschland meer met de mogelijkheid van een
aanstaanden opstand rekening moeten houden. Zoo krijgszuch
tige en vrijheidlievende stammen als dit gebied bewoonden,
konden zich niet zonder meer neerleggen bij de proclamatie