\7an flües Wat. De Regeling nan hei militaire Automobilisme in het Oostenrijhsch Bongaarsche heger. Het Verordnungsblatt van 28 September 1908 maakte de organisatie bekend van het korps vrijwilligers-automobilisten en -motorwielrijders, het „Motorkorps", dat in tijde van oorlog bestemd is, om bevelen en berichten over te brengen. Het „Motorkorps" omvat: het korps vrijwilligers-automobilisten en het korps vrijwilligers-motorwielrijders. De chef van het „Motorkorps" wordt benoemd door den Keizer, en in beginsel gekozen uit de gewone leden van de Oostenrijksche automo bielclub. Hij correspondeert rechtstreeks met den Minister van Oorlog, den (Oostenrijkschen) Minister voor de landsverdediging, en met de beide hoogergenoemde korpsen. De reservisten, behoorende tot het Motorkorps, moeten gedurende eene der perioden, dat zij onder de wapenen worden geroepen, bij een der wapens worden ingelijfd; de overige perioden kunnen zij als automobi listen of als motor wielrijders dienen. Het Korps der vrijwilligers-automobilisten. Dit bestaat uit den com mandant, diens plaatsvervanger, en leden. De beide eersten worden door den minister van oorlog benoemd op voordracht van den commandant van het „Motorkorps". Zij beslissen in hoogste instantie over de aanneming van eandidaten voor het korps. Deze eandidaten moeten aan de volgende vereischten voldoenZij moe ten Oostenrijksch-Hongaarsch burger zijn, een automobiel bezitten van beproefde constructie met een explosiemotor van minstens 16 P. K., en een rijbewijs hebben. Verder moeten zij, om aangenomen te kunnen wor den, zich schriftelijk verbinden: a. om in oorlogstijd onvoorwaardelijk dienst te nemen; gedurende dezen tijd zijn zij aan de militaire wetten onderworpen; b. om in vredestijd gedurende vier achtereenvolgende jaren, drie maal, eiken keer voor hoogstens tien dagen, onder de wapens te komen, en de bevelen te gehoorzamen van de militaire autoriteit, aan welke zij worden toegevoegd. Alle vrijwilligers dragen gedurende den tijd, dat zij onder de wapens zijn, eene speciale uniform: blauwe blouse met grijze opslagen; grijze pantalon; gele beenkappen en gele schoenen; blauwe mantel; terwijl zij zijn uitgerust met een revolver en een kijker. In vredestijd ontvangt elk vrijwilliger voor eiken dag dienst 15 kronen 7,50), terwijl olie en benzine gratis worden verstrekt. In oorlogs tijd ontvangen de officieren en cadetten, behoorende tot de reserve, het traktement, verbonden aan hun rang of graad; en de overige vrijwilligers 300 kronen per maand. Bovendien wordt aan ieder een entree de campagne van 1000 kronen uitbetaald. Het korps vrijwilligers-motorwielrijders. Dit bestaat uit den comman-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 650