671 -
en in groot tenue gedragen met fouragères èn sjerp, goed zal voldoen.
De pet, eenigszins gewijzigd, hebben we reeds.
Ad 3.
Wat dit derde punt betreft, geloof ik, dat eene sierlijke, kleedende
uniform steeds in strijd zal zijn met de eischen der practijk. Maar,
waar we nu toch al bijna eene afzonderlijke veldtenue bezitten welk
bezwaar zou er zijn tegen eene splitsing in
a. eene garnizoensuniform.
o. eene velduniform, (tevens bij gewapende oefeningen te gebruiken).
Men zou de vraag kunnen stellen
Is zulk eene kleedende, sierlijke uniform voor 't garnizoen beslist
noodzakelijk.
Dan antwoord ik daarop volmondigrja".
Een goed gekleed man voelt zich.
Een minder goed gekleed man voelt zich minder.
Een welgesteld man voelt zich.
Een minder welgesteld man voelt zich minder.
Maar er zijn maar heel weinig minder goed gekleede en niet welge
stelde mannen, die zich toch voelen.
Nu leidt de bezoldiging in het Indische leger in 't algemeen niet tot
bovenmatige welgesteldheid; en wat de officieren betreft a.lzoo niet in
de subalterne rangen, die toch verreweg de groote meerderheid uitmaken.
Ik geef toe, dat dit in de meeste legers zoo is; maar, een en ander
erkennende, kwam men er toe daaraan tegemoet te komen, door ver
heffing in eigen oogen en die van 't publiek door eene keurige uniform,
waardeering en verscheidene tegemoetkomingen.
Is 't noodig, dat de militair in 't bijzonder zich voelt? Ongetwijfeld.
't Is noodig voor 't prestige naar binnen en naar buiten en tegenover
de bevolking" komt ten gunste aan 't moreel van den troep en aan de
werving, en is bevorderlijk voor energie en werklust.
Die laatsten zijn er toch?
Jawel, maarniettegenstaande eene, hm, minder fraaie kleedij,
tweede klas reizen, te kleine woningen, en
Bovendien, 't is toch geene redeneering: ze zijn er toch, dus wat
komt de rest er op aan
Er is op 't oogenblik ongetwijfeld een groot verloop van officieren
en nog grooter is 't aantal van hen, dat van plan is, de plaat te poet
sen, om 't zoo maar uit te drukken, als ze de kans schoon zien. Dat
zijn, helaas, meestal niet de slechtste.
De regeering heeft bezoldigingverhooging er door gekregen. Bravo!
En indien de regeering aan het zoo aantrekkelijke militaire beroep,
nevens de verbetering van salaris, nu eens voegde: eene aantrekkelijke
uniform, en verandering van het door velen zoo gehate tweede klas
reizen, kortom er voor zorgde, dat de officier geheel zij, wat^ hij wezen
moet, een „erst klassiger Mensch", zou zij dat verloop niet kunnen
stuiten
Laat zij de proef eens nemen