783 te doen vervallen. Het m i. zeer goed gezien om ook aan onderofficieren een witte uniform te geven, maar dan moet zij ook zoodanig ingericht worden, dat zij op het eerste gezicht als zoodanig herkenbaar is. Men meet nu bij goed helder weer al heel goed toekijken, als men een majoor van een adjudant-onderofficier wil onderscheiden. De nieuwe witte uniform zou met het oog hierop zeer geschikt zijn om verder alleen door onderofficieren te worden gedragen. Er hebben tegenwoordig al meer malen vergissingen plaats, die niet hadden mogen voorkomen. Ik zend U hierbij een uitknipsel uit een der hier verschijnende nieuwsbladen, met beleefd verzoek dat hieronder te willen laten volgen. „De Redacteur van de krant meent dat Keesje al klaar is, als de offi cieren maar een gouden bies of band langs den schouderlap krijgen, maar dat is op verre na niet het geval, daar er dan tusschen hoofd- en sub alterne officieren weer zoo goed als geen onderscheid is. Hoe onaange naam dat is, weet iedereen nog, die de oude witte uniform voor 1906 gedragen beeft. De onderofficieren moeten in witte uniform onmiddellijk op het eerste gezicht van de officieren te onderkennen zijn, en evenzoo de hoofdoffi cieren van de subalterne collega's. Nog geen vijftien jaar geleden achtte men het met het oog op het gezag zelfs noodig, dat de hoofdofficieren altijd de schouderkwasten moesten dragen, en tegenwoordig is de kleeding zoo", dat men hen eerst bij opmerkzame beschouwing vau een adjudant onderofficier kan onderkennen. U neme het me niet kwalijk, maar ik vind het een tamelijk dwaas denkbeeld, zoo twee soorten van witte uniformen naast elkander te laten bestaan. Of de een, of de ander is overbodig. Niemand heeft ooit sedert 1894 toen de witte uniform werd ingevoerd, gevraagd er nog eene andere naast te krijgen. Ik wenschte U nu te verzoeken Uwe daadwerkelijke hulp te wil len verleenen ter bereiking van het geschetste doel. Zoolang Regee ring en Opperbestuur niet weten, dat het behoud der oude uniform een algemeene wensch van het officierskorps is, zal het schrijven in tijd schriften of kranten al heel weinig baten, terwijl die wensch ongetwij feld zal worden vervuld, als het maar bekend is, dat iedereen er prijs op stelt. In verband met het vorenstaande geef ik U in overweging bij een der volgende afleveringen van het tijdschrift, een los stukje papier te voegen, waarop de volgende vragen gedrukt staan 1) Acht gij voor den officier twee verschillende witte uniformen noodig of gewenscht? Ja of neen?? 2) Zoo neen, aan welke unform geeft gij dan de voorkeur? Aan de oude of aan de nieuwe? 3) Kunt gij u, als de oude uniform gehandhaafd wordt, en de nieuwe wordt afgeschaft, u vereenigen met het denkbeeld deze laatste voor adjudanten-onderofficier en daarmede gelijkgestelden te behouden? Ja of neen Doorhalen wat niet verlangd wordt. Geldelijke redenen behoeven niet van invloed te zijn, daar natuurlijk de noodige tijd zal worden gegund om de kleeding af te dragen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 109