786
behoud van hetzelfde contingent lotelingen in Holland, jaarlijks
minstens 8500 man voor den dienst in Indië (met een verblijf
aldaar van 18 maanden) beschikbaar zullen zijn, waardoor de te
maken kosten, voor zoover noodig, z.i. bestreden kunnen worden
door eene vermindering van het aantal onzer Europeesche en
Inlandsche vrijwilligers.
Zooals terecht door den debater in die Algemeene Vergadering
werd opgemerkt, blijft het echter een groote vraag of de volks,
vertegenwoordiging wel ooit genegen zal zijn, om voor dergelijke
maatregelen hare toestemming te geven, en zooals Inleider voor
stelt, de grondwet in dien zin te wijzigen. Een gedwongen
vermeerdering van het contingent miliciens, dat voor 18 maanden
oefentijd moet opkomen, en dien tijd verplicht in de koloniën
zal moeten doorbrengen, zal een enormen tegenstand ondervinden.
Met de strooming, welke tegenwoordig in Nederland heerscht
om den eersten oefentijd steeds te verminderen, zal ook, naar
onze meening, die tegenstand moeilijk te overwinnen zijn, een
tegenstand, die voornamelijk schuilt in den tegenzin van het
volk in alles, wat met het militaire samenhangt, omdat orde,
tucht en regel hierbij op den voorgrond staan, en het grootste
gedeelte daarvan afkeerig is. Bovendien spruit de tegenzin om
naar onze Koloniën te gaan, hoofdzakelijk voort uit de onbekend
heid met de toestanden aldaar, omdat er helaas nog zooveel
Nederlanders zijn, die nie't alleen heel weinig van Indië weten,
maar zich zelfs omtrent onze Oost geheel verkeerde voorstellingen
maken. Daarin verbetering te brengen, moet te allen tijde het
doel zijn.
En al moge nu het stelsel van inleider, door het gedwongen
zenden van militieplichtigen, in de naaste toekomst niet tot
uitvoering kunnen komen, in het door hem aangegeven denkbeeld
moet o. i. vooral de richting worden gezocht om voortaan ver
sterking van het Hollandsche element in het Indische Leger te
verkrijgen. Een middel daartoe bestaat in het reeds van het jaar
1873 (29 Juli) dateerende Koninklijk Besluit, dat nog steeds van
kracht is, doch waarop te weinig de aandacht is gevestigd ge
worden en dat helaas niet altijd is kunnen worden toegepast.
Bij dat Kon. Besluit is bepaald, dat de ingelijfden bij de militie
te land, onder behoud hunner positie als milicien, met hunne