789 Een voortdurende toepassing van meergenoemd Kon. Besluit van 1873 is het middel om een grooter aantal militieplichtigen voor het Indische Leger te verkrijgen. Dat nog steeds van kracht zijnde Besluit geeft als 't ware de brug aan voor vele Nederlanders die niet spoedig te bewegen zijn tot gaan bui tenslands om eens een kijkje in onze Oost te gaan nemen. Het voortdurend aanmoedigen van die gelegenheid ligt o. i. geheel op den weg der Regeering. Vooral sinds de persoonlijke dienst plicht is ingevoerd en er dus ook andere elementen bij de militie zijn en worden ingedeeld, kan het gebruik maken van die ge legenheid niet anders dan ten goede komen aan het wekken van belangstelling voor onze koloniën. Te meer nog nu het jaar- lijksch aantal dienstplichtigen van 11000 op 17500 man is gebracht. Velen hunner, die door den te vervullen militieplicht zonder werk of betrekking zijn gekomen, weten den eersten tijd niet, wat te doen. Zij zoeken, zoeken, hopen spoedig weer arbeid te verkrijgen, doch vinden dezen niet dadelijk, omdat het aantal werkloozen enorm groot is en van deze, in de eerste plaats, de besten woiden genomen. Dat ligt zoo voor de hand. Hoevelen zijn er dan niet, die, in plaats van afhankelijk te wil len blijven van vader en moeder, of aan honger en armoede te zijn prijs gegeven, zelf een uitweg zoeken en geholpen willen worden. Die hulp nu kunnen zij vinden in den, alleen voor hen, opengestelden weg om bij het Indische Leger gedetacheerd te worden. Voor velen is een tijd van 6 jaren te lang; neen, zeggen zij, kon ik mij voor 2 of 3 jaren verbinden, dan gaarne, dan verlies ik er niet te veel bij en kom ik spoedig in het Vaderland terug. Juist door de 2 jarige detacheering bestaat de gelegenheid kennis te maken met onze Oost; daardoor kunnen zij met eigen oogen aanschouwen, leeren oordeelen, en zullen na terugkeer in het Moederland hunne indrukken en ideeën aan anderen mededeelen, belangstelling opwekken en zoodoende ongemerkt invloed uitoefenen op anderen om ook hun voorbeeld te volgen. Leeringen wekken, doch voorbeelden trekken. Zoo zal het moeten gaan, dat ook anderen door den omgang met hen, die reeds in Indië geweest zijn en daarvan hunne erva ringen bekend maken, zich ook tot het gaan naar die gewesten bereid verklaren. Het is uit de Koloniale Verslagen en andere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 117