796
reserve: 3 brigades onder co. van kapitein Heijligers,
zouden het voorwaarts gaan der aanvals-
colonnes met vuur ondersteunen.
Rondom de vijandelijk stellingen: 8 groepen infanterie onder
co. van: le kapitein Michielsen, bezuiden
2e luit. Pimentel ten W. en N. W. en
3e luit. Minderman ten O. van het Allah complex.
De colonne- commandant, kapitein Verstege, bevond zich op
hoogte b.
Tegen 81/,, u. v. m. viel het eerste artillerieschot. Onmid
dellijk daarop ging de le aanvalscolonne sprongsgewijze over de
sawah vooruit zonder een schot te lossen, (dit was den man'
schappen uitdrukkelijk verboden).
De tirailleurlinie ging met 3 pas tusschenruimte van galangan
tot galangan in den looppas voorwaarts, gedurende het terrein-
winnen met de klewangs zwaaiende.
Het was merkwaardig om de uitwerking van dit optreden
bij de tegenpartij waar te nemen.
Waar tot nog toe de vijandelijke schutters geheel gedekt
vuurden (door schietkokers en openingen in de borstweringen),
stonden zij nu achter de borstweringen overeind, een wild vuur
afgevende en elkaar door schreeuwen en gillen aanvurende.
Dit snelvuur had echter weinig uitwerking, de kogels vlogen
over de tirailleurlinie heen en eerst op 100 M. kregen we de
eerste gewonden.
De 2e aanvalscolonne was inmiddels met een brigade versterkt
en bleef in dezelfde formatie zoo snel mogelijk terrein winnen,
flink ondersteund door het artillerievuur.
De vijandelijke schutters, meenende dat de aanvallers in
't geheel niet zouden vuren, gaven zich nu voldoende bloot,
(borstschijven).
Op 100 M. van de eerste borstwering, gaf de aanvals-
commandant aan één brigade den last, knielende, langzaam vuur
op de zichtbare doelen af te geven. De artillerie verplaatste
het vuur naar de hooger gelegen versterkingen, terwijl de reserve
oprukte.
Te v. m. werd de helling onder het beschermend vuur
van bovenbedoelde brigade beklommen en in verband met de