800 eerst nog wel noodzakelijk was en indien dit het geval was, hadden zij gezamenlijk door 2 marine compagnieën bezet kun nen worden. Alle overige troepen 2 marine-compagnieën, de 2e en 4e compagnie veldtroepen en de afdeeling Winkler hadden moeten worden ingezet tegen de Herero's in cle nabij heid van de spoorbaandus in de omstreken van Omaruru, het Komas-hoogland en de Onjati-bergen. Door twee compagnieën van het marine-bataljon als garnizoens-troepen aan te wenden, kwamen de oude Afrikaansche troepen (2e en 4e comp.) beschik baar, die geacclimateerd en met het terrein bekend waren. In het klein paste von Estorff, zooals we zien zullen, dit beginsel bij zijne colonne toe. Indien, zooals hierboven werd voorgesteld, Outjo en Grootfon tein van uit Karibib zouden zijn ontzet, bleef nog wel het bezwaar van een grooten af te leggen afstand, doch er zou geopereerd zijn in een minder onvruchtbaar en waterarm land dan nu aan von Glasenapp werd aangewezen. Het detachement, door Leutwein voor de operaties om Otjim- bingwé bestemd, was veel te zwak om eenig succes te kunnen behalen. Het telde, onder commando van den kapitein-luitenant Gygas slechts ongeveer 100 onberedenen en 17 ruiters, 1 veldkanon en 1 machinegeweer. Er bestond integendeel alle kans, dat de zoo lang met rust gelaten en daardoor overmoedig geworden Herero's in het Komasgebergte aan den zwakken troep van Gygas een echec konden bereiden. De toekomst zou ook leeren, dat Leutwein's maatregelen geen succes konden hebben. Het maakt wel wat den indruk, dat hij de kracht van den vijand ondei schatte, welke indruk nog versterkt wordt, wanneer men leest, dat een troepje van 20 ruiters onder een paarden-aits van Okahandja uit de colonne Gygas tegemoet werd gezonden. Na bij den Liewenberg en bij Gross-Barmen gevechten te heb ben geleverd, die wel met den aftocht der Herero's eindigden, maar waar de Duitschers zich toch herhaaldelijk in zeer moeilijke omstan digheden hadden bevonden, bereikte de colonne Gygas den 20en Februari Okahandja, zonder voor den algemeenen gang der opera- tieën eenig belangrijk nut te hebben opgeleverd. Zuivering van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 128