803
uitgericht en vóór de heele colonne was aangetrokken, had de
vijand den tijd gehad, weer te verdwijnen.
Yon Glasenapp had intusschen in zooverre aan zijn opdracht
voldaan, dat de Herero's uit het gebied Epukiro-Gobabis waren
verdreven, zij 't ook zonder gevecht; afsluiting der Oost-grens
was niet noodig gebleken, daar de vijand niet in die richting
aftrok. Wat het tweede deel zijner opdracht (verbinding met
Grootfontein te verkrijgen) betreft, von Glasenapp nam wijselijk
het initiatief, dit te laten vervallen, daar vooreerst de moeilijk
heden en de afstand te groot waren en voorts zijne samenwer
king met de hoofdcolonne in de tweede helft van Maart noodig
kon zijn.
Te Gobabis en Rietfontein (ruim 200 K. M. O. N. O. van Gobabis)
kleine detachementen achterlatende, trok von Glasenapp den 6en
Maart naar het Westen, zijne macht voor den marsch in tweeën
splitsende, waarvan het eene deel langs den Epukiro, het andere
langs den Zwarten Nossob moest marcheeren, beide met Onjatu
als marschdoel. De twee colonnes waren zoodoende door een
strook van 60 K. M. gescheiden, te groot om elkaar in geval
van nood bij te staan. De maatregel was evenwel een gevolg
van de van Leutwein ontvangen opdracht: den Herero's belet
ter over de greus te trekken. Daar den vijand voor een marsch
naar 't O. de dalen der beide rivieren openstonden, was von
Glasenapp wel genoodzaakt tot splitsing over te gaan, omdat
daardoor alleen de opdracht te volvoeren was. Hij moest er
zich aan bloot stellen, met één colonne op overmacht te stui
ten, in welk geval de rest zijner troepen hem maar al te
zeer te pas zou zijn gekomen.
Den 12en Maart bereikte von Glasenapp met de Epukiro-
colonne Onjatu. Van de rustdagen, die den troep daar gegund
moesten worden en gedurende welke tevens de aankomst der
Zwarte-Nossob-colonne zou worden afgewacht, wilde de com
mandant gebruik maken om weer eene verkenning, op de wijze
als die naar Otjinene, te doen. Weer werden alle beredenen,
thans slechts 11 officieren en 38 minderen, daarvoor aangewe
zen, maar dezen keer zou de tocht niet zoo goed afloopen.
Het rampspoedig gevecht van Owikokorero volgde, waarin
7 officieren en 19 manschappen sneuvelden, 3 officieren en 2