806
zich mefc de 4e veld-compagnie te vereenigen, wat den volgenden
dag bij Okowa Kuatjiwi geschiedde. Een deel der marine-soldaten
was bij de bezetting van Omaruru (landweer, vrijwilligers en
invaliden) achtergelaten, een ander deel was bereden gemaakt
en de overblijvende onberedenen werden, alvorens de marsch
tegen den vijand werd aangevangen, bij Okowakuatjiwi met
den trein achtergelaten. Zeer juist zag von Estorff dus in, dat
zijn operatiën tegen de Herero's met bereden troepen moesten
plaats hebben.
Daardoor was zijn colonne echter ook slechts 12 officieren
en 164 man sterk. Nadat door verkenningen was vastgesteld,
dat zich ten W., N. en Z. van Okowakuatjiwi geen vijand meer
bevond, werd tegen Otjihinamaparero opgerukt, waar de vijand
vermoed werd en waar hij zich ook werkelijk bleek te bevinden.
Na een zeer zwaar gevecht, dat zich door een weinig offen
sieven geest der Duitschers kenmerkte en dat den geheelen dag
duurde, werd hij verdreven, een 50 tal dooden en veel vee in
handen der Duitschers achterlatende.
Zelden gebeurde het dat, zooals bij Otjihinamaparero de
Herero's hun gevallenen lieten liggen; bij de Duitschers was
het daarentegen regel en werden zelfs dikwijls gewonden achter
gelaten, die natuurlijk spoedig een afgrijselijken dood vonden.
Het is wel merkwaardig, dat daartegen geen strenge bevelen
zijn gegeven, het moet een zeer ongunstigen indruk op den
troep gemaakt hebben.
Het buitmaken van vee, als bij dit gevecht geschiedde,
moet beschouwd worden als een der meest werkzame middelen
om den vijand tot onderwerping te brengen, daar vee vrijwel
zijn eenig bezit was; echter waren ook daarvoor bereden
troepen noodig.
In het operatie-bevel van 11 Maart werd aan de West-colonne
opgedragen, via Erindi op Onjati aan te rukken en daar mede
te werken tot het verwachte succes tegen den vijand in de
Onjati-bergen, na de voor die colonne staande Herero's naar
het N. O. te hebben afgedrongen. Dit bevel kwam majoor von
Estorff eerst 23 Maart in handen, toen hij reeds dicht bij Oka-
handja stond, waarop hij eigenmachtig besloot, eerst naar Oka-
handja te gaan ten einde zich van zieken en buitvee te