812 gelsche regeering gevoerd te zijn, die evenwel niet tot het ge- wenschte resultaat geleid hebben. Eene commissie is verder nog naar Kaap Cross gezonden 0111 te onderzoeken, of daar ontscheping zou kunnen plaats hebben, wat ondoenlijk bleek met 't oog op de groote bezwaren aan het transport naar 't binnenland verbonden. Den Duitsehers mag dus zeker het verwijt niet treffen, dat zij zich zonder meer bij de geringe bruikbaarheid van Swakopmond als eenige uitladingsplaats hebben neergelegd. Na de in het voorgaande beschreven operatiën had Leutwein een nieuw plan ontworpen, n. 1, om weer met drie colonnes tegen Katjapia te ageeren. Gelukkig kon hieraan geen uitvoering gegeven worden, vooreerst door het in quarantaine gaan van de colonne Glasenapp (6 Mei) en ten tweede door het wegtrekken van den vijand uit de streek om Katjapia. Kort na het gevecht bij Oviumbo toch begonnen de Herero's het gebied ten O. en N. O. van Okahandja, dat zij zoo lang bezet en zoo krachtig verdedigd hadden, te verlaten om in N. W. richting af te trekken, blijkbaar om zich met de reeds bij Waterberg staande, op 800 geschatte Herero's te ver eenigen. Ten einde tegen uitwijken naar Ovambo-land zooveel moge lijk te waken, werd het zeer zwakke detachement Volkmann (35 man), dat in het N. stond en daar zelfs reeds offensief tegen Herero-benden was opgetreden, met 1 compagnie onder luitenant von Zülow versterkt. Deze compagnie met 2 kanonnen en 2 machine-geweren vertrok begin Mei van Karibib over Omaruru- Outjo naar Otawi, dat nu mèt Grootfontein bezet werd. Hiermee werd eene zeer noodzakelijke versterking naar 't N. gezonden, die ook later nut zou hebben bij operaties tegen den Waterberg. Wel moet 't min of meer gewaagd schijnen, dat de betrekkelijk, zwakke macht onder von Zülow alleen uitgezonden werd, doch in het begin van haar marsch bewoog zij zich door een gebied (Ka- ribib-Omaruru-Outjo), dat in dien tijd vrijwel rustig en op de genoemde plaatsen door Duitsche troepen bezet was, terwijl ook op den verderen tocht weinig kans op ernstige aanvallen bestond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 140