821 dagelijks is waar te nemen in eene schepping waarin de eeuwige strijd om het bestaan mensch en dier prikkelt tot doodslag en vernietiging zij het ook vaak slechts in figuurlijken zin uit zucht tot zelfbehoud. Zal dit eindigen indien alle menschen vegetariërs zijn? Wenden wij thans het oog af van de gesneuvelde vijanden. Aan eigen zijde vallen ook dooden en gewonden, die echter andere snaren in ons gemoed doen trillen. De natuur geeft ook dit weer aan. De verliezen aan eigen zijde worden anders gevoeld en hij, die voor het eerst makkers aan zijne zijde ziet vallen, zal toegeven, dat dat verschil in voelen vrij groot is. Ook hier is eene algemeene beschrijving van die gewaarwording zeer moeilijk weer te geven. Ook hier heeft men menschen met eene gevoelige natuur en menschen diep onverschillig voor hetgeen om hen heen voorvalt, zoogenaamde menschen van ijzer en staal. Menschen, die bij het zien vallen van dooden en nog erger van kermende gewonden, den hun nog overgebleven moed in de schoenen zien zinken (zeer ge lukkig voor ons Leger groote uitzonderingen) en menschen, die na een korten oogopslag, zich van den toestand bewust, hun bloed naar de hersenen voelen vliegen om dadelijk daarop een gevoel van woede en wraaklust te krijgen, dat hen weer aanzet tot een verdubbelden drang voorwaarts, maar ook en dat zijn de ware moedigen menschen, die met de tanden op elkaar met eenen onwrikbaren wil, de bij hen opkomende vrees en de natuurlijke zucht tot zelfbehoud, weten te onderdrukken, om in het volle besef van hunne plichtsbetrachting met fier opgericht hoofd huns gelijken en hunne minderen tot voorbeeld te strekken en hen zelfs te bezielen. Het is algemeen bekend, dat bij goede soldaten ook men schen de vechtlust en de moed stijgen, niet alleen naar ver houding van het behaalde succes, maar ook naar verhouding van het vermeerderen der verliezen aan hunne zijde. Bij den zeer ongelukkigen tocht in boven Peusangan, in Januari 1902, waarbij onder meer de kapitein Webb door eenen valboom werd verpletterd en waarbij gedurende den terugtocht onze troepen, omringd door een drie honderdtal vijanden, in het gebergte, o. a. een zes en dertig uur achter elkaar vechtende

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 149