822 doorbracht, terwijl die benden onder Teukoe Panglima Polém die colonne van een zestigtal Marechaussée en een zeventigtal dwangarbeiders, na een verlies van een vijftiental dooden en gewonden, bij goede leiding aan 's vijands zijde met eenen gli- wangaanval, in de met valboomen bezette kloof bij Loeboe Minjeu, hadden kunnen vernietigen, zag men eerst duidelijk wat er al zoo bedoeld wordt met „goede Soldaten". (Later meer over dezen tocht). Bij dit oprukken naar Garot echter, waarbij op dien dag aan onze zijde achttien dooden en gewonden te betreuren waren een aantal niet gering te noemen, maar dat toch niet te vergelijken is met verliezen, die in Europeesche oorlogen in één dag wel eens geleden worden had het zien vallen van deze man nen op de troepen in voorste linie niet veel indruk gemaakt, omdat men bij het snelle voorwaarts gaan aan wat anders te denken had dan aan hetgeen achterwaarts gebeurde. Bij de reser vetroepen zullen echter vooral de gewonden wel wat meer be langstelling getrokken hebben. De meeste verliezen zijn geleden in de dicht begroeide gampongs, waar de schoten op zeer korten afstand afgegeven werden en vooral bij den benteng Koeta- Mantröë, die gelukkig den beslissenden aanval niet afwachtte, maar bij tijds door den Pedirees werd verlaten. Hiertegenover aan de overzijde van de Pedië rivier, uit vrees voor gliwangaan- vallen in gesloten colonnes ageerende, maakte menige doffe slag in de gelederen melding van het treffen van het vijandelijke lood. Het tot over het middel doorwaden van deze rivier, aan beide zijden bezet met reusachtige bamboedoeristoelen, onder het vuur van den vijand, met de zon in het heldere glinsterende water, leverde mede een tafereel op, door leeken in het oorlogsvak bij be nadering niet te bevatten. Gedurende het verdere gedeelte van den middag was het een doorzoeken en schoonvegen van de gampongs langs die Pedië- rivier in Zuidelijke richting, waarbij den vijand, bij de achter volging met vuur op grootere afstanden, van uit de sawahranden, duchtige verliezen zijn toegebracht. Ook iets moreel verheffends voor den soldaat, dat gierende rollen van de salvo's onzer repeteergeweren over de uitgestrekte sawahvlakten. De zwaar vermoeide troepen kwamen hiermede op adem en toen tegen het vallen van den avond, in alle rust,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 150