\7an Vreemde hegers. Engeland. De aanstaande norming nan een Rijks Generalen Staf in Engeland. In een onlangs uitgegeven parlementsbericht wordt een memorandum van den cbef v'd. G. Staf, den It. gen. Nicholson, gepubliceerd over de vorming van één generalen staf voor de legers van alle Britsche bezittingen en Koloniën op de aarde en de daarover met de betrokken regeeringen gevoerde correspondentie. Uitgegaan wordt daarbij van het beginsel,"dat le. het noodzakelijk is, de Engelsche opperheerschappij ter zee te handhaven; 2e. het gewenscht is, een gelijke organisatie te hebben van alle militaire krachten met inachtname van plaatselijke verhoudingen; 3e. de militaire krachten in 2 deelen gesplitst moeten worden n.l. een voor de plaatselijke verdediging en een voor die van het rijk. Als uitvloeisel van de koloniale conferentie van 1907 wordt nu de volgende organisatie van den Gen. Staf voorgesteld. De chef van den Gen. Staf te Londen wordt chef van dien van het gansche rijk, een aantal bijzonder gevormde officieren voert onder zijne bevelen de centrale leiding Onder hem staan de overige generale staven van het moederland en de koloniën, ieder met een eigen chef. Deze laatste is de raadgever van de betreffende regeering, onder wier bevelen hij staat en wie hij de inzichten van den centralen Generalen Staf mede deelt. Om een en ander richtig uit te voeren is voor alles gelijkvormigheid in de opleiding van de G. S. officieren gewenscht en voortdurende voeling met de centraal-inrichting te Londen, wat bereikt wordt door uitwisseling tussehen beide en periodieke conferenties. In een grooten oorlog moeten de G. S. officieren bij de troepen uit de plaatselijke G. staven, die bij de legercommando's uit den centralen G. S. benoemd worden. De Krijgsschool te Camberley wordt evenzoo de centrale opleidingsschool, de andere richten zich in leerplan en opleiding naar haar (zoo die in Br. Jndië te Quetta). Daarom moeten ook daar de leeraars en directeuren van Camberley stammen De opgeleide officieren-leerlingen zullen na de school verlaten te hebben minstens een jaar naar den troep teruggaan, dan gedetacheerd worden bij een hooger commando en een plaatselijken generalen staf, daarna worden ze beoordeeld. Vervolgens blijven ze bij den troep tot een be noeming bij den G. S volgt. De proeftijd beslist ook over de bruikbaarheid bij den centralen G. S. te Londen, werwaarts alleen de meert geschikten gaan zullen. Zeer bekwame officieren kunnen ook zonder bezoek van een Krijgsschool in den G. S opgenomen worden. In verband hiermee acht de gen. Nicholson bet ook noodig reeds de I. M. T. 1909.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 179