858
Van te voren wordt het terrein verkend beneden de 1000 M. wordt niet
meer opgeladen, alles wordt dan met handen gedragen. Alleen bij de
vervolging wordt opgeladen. Het verwisselen van stelling geschiedt
steeds bij opvolging ook in de sectie, de commandant gaat daarbij niet
vooruit.
Deze leidt het vuur, wijst de doelen aan, regelt de vuursnelheid.
neemt de uitwerking waar en gelast verandering van doel.
De sectiecomdt verdeelt het doel over de sectie en laat slechts dan
vuren, wanneer hij uitwerking verwacht. Tegen slechts enkele oogenblik-
ken optredende doelen wordt het vuur geconcentreerd, daarin ligt de
kracht van het mach. gew Tegen zulke doelen wordt niet op een vuur-
bevel gewacht.
Als dooien leenen zich; vooral, behalve breede, diepe en dichte doelen,
cavalerie en artillerie op groote afstanden.
De vuursnelheid is afhankelijk van het gevechtsdoel, aard van het
doel en van de beschikbare hoeveelheid munitie. Langzaam wordt gevuurd
tegen doelen, waarop weinig uitwerking te verwachten is; tegen mar-
cheerende troepen, versterkingen en tot den aanval overgaande troepen
wordt snelvuur afgegeven. Tegen art. en eav. altijd snelvuur.
Aanbeveling verdient het het vuur vooral niet te vroeg te openen,
daar anders veel kans bestaat op snelle vernietiging
De uitwerking hangt ook veel af van de juiste bepaling van den
afstand en de waarneming.
De vuurdiscipline moet streng gehandhaafd worden; daar commando's
als regel onverstaanbaar zullen zijn, moet de bediening geschieden op
wenken en teekens.
Een enkele schrijver wil de bedieningen oefenen om zelfstandig op
te treden, hij denkt zich het gebruik van het mach. gew. ook alléén.
Hierin vindt hij echter geen enkelen medestander, de andere schrijvers
willen van wege de haperingen de geweren niet anders dan met tweeën
gebruiken. Bij Heikotai b. v. kwamen de volgende haperingen aan de
Hotchkiss-mitrailleur voor: 1 gescheurde huls, patroontrekkerbreuken 1
per geweer, patroonhaperingen 1 op de 300. Daarom moeten de sloten
goed geolied worden de patroonhaperingen toch zouden ontstaan door
vuil, slecht olieën, slechte vulling en door verbuiging van de aanvoer-
plaat. Ook om tactische redenen wil men ze niet alleen gebruiken, de
geweren staan toch op zwakke punten of op de gewichtigste punten, in
beide gevallen is het gevaarlijk op een enkel geweer te vertrouwen.
De vuursoorten zijn: langzaam iedere 10 sec. 1 sec. trekken
gewoon5 1
snelvuurvoortdurend trekken.
Voortdurend dient daarbij gelet te worden op het munitieverbruik,
alleen dan mogen de doelen beschoten worden als de uitwerking het
grootst is, daartoe is het noodig steeds goed op te letten en veel vuur-
pauzen te houden.
Daar slechts 6 graden gestrooid kan worden moet ook het richtpunt
met zorg gekozen worden. Het strooien vooral op kleine afstanden
vordert veel handigheid.
Om de storingen te beperken moet de geheele bediening geoefend
zijn in bet uit elkaar nemen en in elkaar zetten en verwisselen, zelfs
in het donker.