854 Gebruik bij den aanval. Ondersteuning der infanterie is de hoofdtaak van het mach. gew. vooral wanneer zij zich voorwaarts beweegt moet het mach. gew. het vuur van den vijand onmogelijk maken door hem te dwingen gedekt te blij ven Tegen schietgaten is de werking gering, maar hierop moet toch cevuurd worden. Het meeste succes hebben mach. gew. by flank- en rugvuur, waartoe de oorlog in het gebergte nogal eers gelegenheid biedt (dit is gebleken bij Port Arthur). Gebruik bij de verdediging. Bij open, vlak voorterrein worden de mach. gew. gelijk over het iront verdeeld, in doorsneden terrein daarentegen worden ze vooral daar verzameld waar de vijand in het bijzonder 's nachts gemakkelijk kan naderen. De zwakke punten van de stelling moeten beheerscht worden met flank- vuur van uit gemaskeerde opstellingen. Wordt de verdediging offensief gevoerd dan blijven de mitrailleurs in de stelling achter, op die mamei bespaart men infanterie. 7-tnop h p g dpp. hma Troepen, die gevechten om tijdwinst moeten voeren, belmoren met mach gew. uitgerust te worden. De helft daarvan houdt men bij de hoofdreserve Bij den aanval worden in de tiralleurlime geen mitrail leurs ingedeeld, bij de verdediging daarentegen wel vooral bij een o-er- machtigen aanvaller en wanneer men tot ontwikkeling van de hoofd reserve gedwongen is (Moekden). Dekkingswerken zijn veelal noodig, vooral beneden 1000 M., hiervoor worden zandzakken meegevoerd. Omdat de munitieaanvulling uiterst bezwaarlijk is, moet do mitr. er op ingericht zijn de gewone infanteriemunitie te gebruiken, en moet de be diening er in geoefend zijn de patroonbanden te vullen. Bovenstaande beschouwingen, zegt schrijver, zijn alle op krijgservaring gebaseerd; zij leiden tot de slotsom, dat het mach. gew. een nieuw sterkwerkend wapen is, dat veel invloed kan hebben, wanneer het doel matig gebruikt wordt. Het is echter zeer gecompliceerd en de bediening vereischt technische kennis, die reeds in vredestijd geleerd moet zyn. Het tactisch gebruik is nog in studie, dus moeten in vredestijd voort durend afdeelingen mach. gew. aanwezig zijn. Schrijver is de meening toegedaan, dat ze zelfstandig blijven moeten en den troepen eerst bij gebleken behoefte toegewezen moeten worden. Veelal zullen ze verspreid gebruikt worden, maar ook dikwijls, b. v. bij de vervolging, vereenigd. ui Daar in de toekomst de strijd om stellingen ook in den veldoorlog zal voorkomen, acht S. mach. geweren alleen niet voldoende, maar wil ook 3,7 4,5 c.M. snelvuurkanonnen hebben, die met de infanterie vooruit' gaan. Tegen tirailleurloopgraven, gewoonlijk dik 0, 7 0, 8 M., toch is de uitwerking van mach. geweren onvoldoende. Omtrent den indruk, dien het mach. gew. vuur maakt, vinden wij het volgende no" aangeteekend. Beneden de 1500 M. verhoogen zij het mo reel der eigen troepen en fnuiken dat van den tegenstander meer- dan a-tillerievuur. Daarentegen kan men zich dekken (men ziet het schot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 184