861 is er voor in de plaats te komen, kan niet worden beweerd, wel is men niet blind voor de voordeelen, die de nieuwe regeling zal brengen. In het^ debat, dat aan de eindstemming voorafging, somde onderstaatssecretaris Chéron aldus die voordeelen op „Men weet wat het oude stelsel was. Wat heeft de Kamer er voor in de plaats gesteld? Een stelsel, waarbij de instructie wordt verricht door het burgerlijke parket, waarbij de jury zal staan onder leiding van een magistraat, vertrouwd met de finesses van het recht en in staat om ge vaarlijke verrassingen te voorkomen, waar twee burger-juryleden en een militair jurylid van den rang van den beklaagde zullen zetelen naast de militaire chefs. Alle waarborgen zijn aan den beklaagde gegeven. A an den anderen kant zijn belangrijke verzachtingen gebracht in de nieuwe artikelen, die het oude militaire strafwetboek zullen vervangen. De bepalingen betreffende de verzachtende omstandigheden, de opschor ting van de straffen, de rehabilitatie, de voorwaardelijke in vrijheidstelling zijn toepasselijk gemaakt op de militaire veroordeelden. Eene der gelijke wet zal eene waardige plaats innemen onder de besten van de republikeinsche wetien." Op dat oordeel werd vau de andere zijde vrij wat afgedongen in de Kamer en ook daarbuiten. Het Journal des Débats noemt als hoofd bezwaar de wijze, waarop de toekomstige raden van tucht, die bestemd zijn de krijgsraden te vervangen, zijn samengesteld, en zegt: „Daar zijn met beteekenisvolle duidelijkheid aan den dag gekomen de fout vau de regeering en van de commissie, die samen hebben gewedijverd wie de meest democratische formule zou vinden. De regeuring had eerst de officierenjury voorgesteld en had zich daaraan moeten houden maar de commissie had een wonderlijk rechtscollege uitgedacht, waarin vier raadsheeren zouden zitting hebben naast drie officieren. De regeering had de zwakheid dit ongerijmde denkbeeld te aanvaarden; zij verlangde slechts, dat er drie raadsheeren en vier officieren zouden zijn. Voor de Kamer verried het ontwerp al te zeer het onsamenhangende van de denkbeelden, die het achtereenvolgens gewijzigd hadden; de regeering en de commissie waren beiden even weinig voldaan over de resultaten van hun overleg. Een enkele stoot was voldoende om hun toekomstigen raad van tucht omver te doen vallen, en de Kamer stelde die allerzon derlingste rechtbank in, waarin men zal zien een raadsheer als voorzitter met drie officieren, een soldaat van 22 jaren en twee burgers als jury leden. Om de kroon op het werk te zetten handhaafde zij de „rnino- rité de faveur", die de beide burgerleden van de jury en den soldaat baas maken over het te vellen vonnis". Het Journal des Débats laat de bezwaren tegen deze in eerste in stantie tot stand gekomen regeling zóó zwaar wegen, dat zij spreekt van een doodgeborene. Zoo erg zal het wel niet zijn met de nu vast gestelde regeling. Het doel van de verdere behandeling, die het wets- ontw erp nog moet doorloopen, zal moeten zijn, met behoud van het goede, het verkeerde uit de regeling te doen verdwijnen. Er is eene poging gedaan om het wetsontwerp aan eene tweede lezing in de Kamer te onderwerpen, maar het voorstel daartoe is met 374 tegen 203 stemmen verworpen. Jntusschen blijft er nog alle gelegenheid om de door de Kamer aangenomen regeling te herzien. Het woord is nu aan den Senaat, en wanneer het voorstel om de Kamer haar eigen werk te doen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 191