- 865 - „leger tot verdediging van den geboortegrond". Dit leger moet op gelijke wijze worden georganiseerd en bewapend als de lichte infanterie, terwijl de sterkte er van tot minstens 100.000 man moet worden op gevoerd. Het bestaat uit vrijwilligers, die zich voor een zeker aantal jaren verbinden en die in den oorlog een uniform onderscheidingsteeken krijgen. Voor de samenstelling van dit volksleger is volgens schrijver niet veel omslag noodig „een desa of complex van bijeenliggende desa 's levert 1 „één brigade van 20 karabijnen; de commandanten der brigades zijn ge- wezen leger-onderofficieren en korporaals of ook flinke oud-maréchaus- „sée's en zelfs intelligente personen, die nooit hebben gediend; de oud- „Inlandsche officieren zijn de hoofdaanvoerders". „De oefening kan hoogst eenvoudig zijn; de kennis en het onderhoud „van de karabijn alsmede het juistheidsschieten is het eenig noodige;. „de brigade toch treedt in den oorlog zoo goed als zelfstandig op, zoodat „gezamenlijke oefeningen achterwego blijven, en de Javaan bezit na tuurlijke eigenschappen die hem zonder verdere oefening voor de gue rilla uitnemend geschikt doen zijn. Bovendien zal er tusschen de tijd- „stippen, waarop het oorlogsgevaar zich meldt en de aanval plaats heeft, „genoeg tijd verloopen, om de geoefendheid op te voeren". Aldus de schrijver. Hoe in zulk een leger krijgstucht moet worden gebracht, hoe die krijgsmacht in oorlogstijd moet worden ver pleegd en aangevuld met personeel en materieel, hoe de algemeene lei ding van die duizende zelfstandige brigades zal plaats hebben, dat alles wordt aan de phantasie van den lezer overgelaten. „De handelingen eener zoodanige weermacht zijn hoogst eenvoudig „of liever weinig ingewikkeld", zegt schrijver. De wijze waarop z. i. de verdediging van Java tegen buitenlandsch geweld moet worden gevoerd waarbij hij dan uitgaat van de praemisse, dat „op Europeesche leest geschoeide troepen van eenige uitgebreidheid, dus ook onze eigene, in moeilijke berg- en boschstreken volstrekt geen waarde hebben" schetst hij als volgt: „Yan een stout slag-leveren, dadelijk nadat de invaller geland is, „zal wel nooit sprake kunnen zijn. Wij zullen moeten strijden volgens „het beginsel van het offensief-defensief. Yan meet af moet de vijand „rusteloos bestookt worden, om hem het landen te beletten en zijnen „landingsarbeid en verbindingen te verstoren; hij moet op die wijze tot „dadelijke actie gedwongen worden. Dit alles is vooral het werk van de „lichte infanterie en het volksleger, die hem zullen voeren op den voor „ons gunstigen weg, waarop hem zwaar berg- en boschterrein wacht en „hij onze Europeesche divisiën" t. w. te samen ongeveer 8 bataljons „zal ontmoeten. Deze mogen zich niet blootstellen aan een onzeker be slissend gevecht en zullen dus vermoedelijk aanvankelijk moeten terug trekken, het werk ook verder zoo lang noodig overlatende aan de „kleine Inlandsche brigades" wel verheffend voor het moreel van die kleine inlandsche brigades, die de blanda's al maar zien terugtrekken zonder een ernstig gevecht te durven entameeren, wel geschikt ook om het vertrouwen op te wekken van den inlander in onze kracht en durf„die den vervolgenden vijand over geheel zijne beide flanken tot in 1) Wij cursiveeren. I. M. T. 1909. 55

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 195