- 880 flan iïkdjoe Indien men dan tevens aan de officieren en minderen di r bereden wapens toestond in klein en groot tenue rijlaarzen te dragen zou aan veler weosch zijn voldaan Men kan daarbij den korpscommandanten de verplichting opleggen te zorgen dat bij officieele gelegenheden daar in gelijkvormigheid heersche. Hiermede kan ik eindigen. Op bovenstaande wijze gewijzigd en aan gevuld zullen de laatste uniform wijzigingen werkelijk een zegen voor het Indische Leger zijn en kan de uniformkwestie voor tientallen van jaren opgelost zijn. q Naar aanleiding van zijn „Iets over Uniformen en nog wat". Vergun mij, geachte Madjoe, naar aanleiding van uw artikel in het I. M. T. No. 6/1909, met u op enkele punten van gedachte te wisselen. Het is niet ter bestrijding dat ik in den inktpot duik, integendeel ik ben het principieel met u eens. Echter gij roept aan het slot van uw artikel, niet om „brood en spelen," maar om „critiek." Ik geloof dat ge een idialist zijt, Madjoe, dat ge nog meent dat als uit de bekende „choc des opinions" de waarheid ontsproten is, dat men dan die waarheid ter harte zal nemen. Arme Madjoe! Ge hadt wijzer moeten zijn. Uniformen en veldklee- dij worden nu eenmaal op bureaux uitgevonden en wilt gij nu ook een stem in 's Lands Vergaderzaal hebben? Idealist! Als ik u dus antwoord dan is dit ter wille van u en niet omdat ik meen daarmee voor „de" goede zaak eenig nuttig effect te sorteeren. Trouwens het oogenblik was slecht door u gekozen, n. 1. toen er ai een beslissing genomen was betreffende de uniformverandering. Thans ter zake, puntsgewijs, en met uw artikel naast mij. Daar waar ik het volkomen met u eens ben, daar zwijg ik. lo. Een attilla heeft het nadeel, door het ontbroken van een taille naad, slechts aan hoogst enkele slanke figuren netjes te zitten. Een sierlijke garnizoensuniform krijgt men gemakkelijker met een tuniek (model Cadettenmouwvest of Hollandsche diensttuniek). 2o. Voor de t-elduniform is een taillenaad niet gewenscht, o. a. omdat deze verhindert vele en gemakkelijke zakken in het kleedingsstuk aan te brengen. 3o. Uw „erstklassiger Mensch," het invoeren van dat begrip, hm!. daarover is het moeilijk debatteeren. Daarom alleen dit: Practiseh is het onuitvoerbaar een talrijke menschengroep te recruteeren uit jonge lieden, die van origine, van huis-uit, ieder .an und für sich" „erst- klasziger mensch" waren, zijn en zullen blijven, door dik en dun heen, wat er ook gebeurt en in welke omstandigheden ook geplaatst. b. Cavalerie lichtblauw (witte halssnoeren bies en pluim). c. Alle overige wapens en diensten, die dus aan de kraag duidelijk te onderscheiden zijn, donkerblauw, (roode halssnoeren, bicS en pluim; de officieren met zwarte pluim). Voorloopig zijn dit echter maar toekem tdroomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 212