Tactische Correspondeniiecursus,
Onderstelling Do. 2. tlitooering.
Vervolg van blz. 687).
Ad. 1. De Brigadecommandant, begrijpende, dat het vóór alles nood
zakelijk is, inlichtingen omtrent de bewegingen van de tegenpartij in de
richting >an het hem toevertrouwde station en baanvak te verkrijgen,
besluit slechts een klein deel van zijne cavalerie, nl. 1 peloton, achter
te houden tot rechtstreeksche beveiliging van den marsch naar Willem],
om het grootste gedeelte ter verkenning en voorloopige bewaking vooruit
te zenden. Uit twee richtingen kan hij vijandelijke ondernemingen ver
wachten, nl. uit de richting Soerakaria, alwaar uit Oost-Java troepen
zijn aangekomen, welke van daar uit wellicht aanslagen tegen den spoorweg
Kedoeng" Djati Willem I zullen uitvoeren, en uit de richting Magelang,
waar de Roode troepen bezig zijn zich te concentreeren
Om eenige kennis omtrent 's vijands voornemens te krijgen, moet de
Brigadecommandant in beide genoemde richtingen zijne verkenningsor-
<ranen vooruitschuiven en bovendien moet hij zoo spoedig mogelijk voorzien
fn de onmiddellijke beveiliging van het station Willem I en van het
baanvak Gaga-Dalem Willem I.
Uitgaande van deze overwegingen zendt hij na ontvangst van de op
dracht? van den Opperbevelhebber twee officierspatrouilles uit, waarvan
de eene bevel krijgt over Toentang-Salatiga te mareheeren in de
richting Bojolali Soerakarta, om voeling met de Roode troepen aldaar
te verkrijgen en te berichten omtrent mogelijke bewegingen van deze
troepen in de richting van het baanvak G8,g§.-Dalem Toentang, terwijl
de andere eene soortgelijke opdracht ten opzichte van de Roode troepen
nabij Magelang en van het station Willem I krijgt.
Het overblijvende, anderhalve eskadron wordt nu belast met de on
middellijke beveiliging van het station Willem l en van het baanvak
Willem I GHga-Dalem. Hiertoe vormt de Brigadecommandant twee
vakken, waartusschen de R. Pening en de K. 1 oentang de grens
vormen; aan 1 eskadron wordt opgedragen de bewaking van het lijn
gedeelte Toentang - Gaga-Dalem en aan eskradron de bewaking van
het station Willem I en het lijngedeelte van af dit station tot en met
de spoorbrug over de K. Toentang, totdat de infanterie der brigade tei
plaatse aangekomen is en de taak van de cavalerie kan overnemen.
Wellicht zijn sommigen van oordeel, dat het voldoende is, als de
Brigadecommandant den commandant van het anderhalve eskadron
mededeelt, dat hij voorloopig het station Willem I en den spoorweg van
daar tot Gaga-Dalem te bewaken heeft, het verder aan dezen overla
tende, hoe hij zijne macht ter uitvoering van zijne opdracht verdoelen