883 - zal. Ook in onze cavalerie ontbreekt het niet aan opvattingen, dat in geen geval aan de vrijheid van handelen der vooruitgezonden eskadrons geraakt mag worden, dat het woord „zelfstandig" in de veel misbruikte uitdrukking „zelfstandig vooruit" letterlijke beteekenis heeft, waardoor wel eens vergeten wordt, dat de cavalerie ten bate van het geheel werkzaam behoort te zijn. Reeds van huis uit overweegt de Brigadecommandant, dat de om standigheden eene inrleeling in twee vakken, met de lijn R. Pening K. Toentang als grens, noodzakelijk maken. Alleen hij kan beslissen, hoeveel troepen van elk wapen voor ieder vak noodig zullen zijn, dus ook hoeveel cavalerie. Hiermede moet de aanvankelijke opstelling van het anderhalve eskadron tot voorloopige beveiliging rekening houden. Laat de Brigadecommandant de regeling van deze opstelling geheel aan den commandant der cavalerie over, dan zullen er verwarring en ver traging ontstaan, wanneer de door dezen gekozen opstelling niet over eenkomt met de verdeeling van de cavalerie, zooals de Brigadecommandant die wenscht na aankomst van de brigade op de te dekken punten. Alles te zamen genomen, ontvangt de commandant der cavalerie van den Brigadecommandant de opdracht: a. twee officierspatrouilles, elk van een half peloton, tot zijne be schikking te stellen b. één peloton aan te wijzen tot rechtstreeksche beveiliging van den marsch der brigade c. met anderhalf' eskadron nog in den avond van den 22sten Mei af' te marcheeren om nier. een half eskadron het lijngedeelte "Willem I (met inbegrip van het station) tot en met de spoorbrug over de K. Toentang en met één eskadron het lijngedeelte ToentangG&ga-Dalem te be veiligen, totdat de cavalerie door de infanterie afgelost wordt, in welk geval nadere bevelen zullen volgen. Deze opdracht wordt afzonderlijk aan den commandant der cavalerie uitgereikt en bovendien opgenomen in het marschbevel voor de geheele brigade, opdat, in het belang der samenwerking, de andere wapens weten, wat de cavalerie te doen krijgt. Zijn er te Oengaran voortuigen be schikbaar, dan worden zooveel mogelijk infanterie en ook de genietroepen met de cavalerie vooruitgezonden het nut van een dergelijken maatregel behoeft voorzeker geen toelichting In elk geval gaat de pelotonscom- candant der genietroepen, desnoods op een troepenpaard bereden gemaakt, of per rijwiel, met de cavalerie mede, om dadelijk mogelijke beschadi gingen aan de baan te onderzoeken en ter plaatse de noodige voorbe reidingen voor een spoedig herstel te treffen. Men overwege nu voor zich zelf, hoe de cavalerie zich opstelt tot uit voering van de onder c genoemde opdracht. De officierspatrouilles ontvangen van den Brigadecommandant per soonlijk, onder mededeeling van hetgeen omtrent de tegenpartij bekend is en van de eigen voornemens, de opdracht zich over Toentang-Salatiga (dan wel over Omba Rawa) te begeven in de richting Bojolali-Soerakarta (Magelang), voeling te zoeken met 's vijands hoofdmacht aldaar en te berichten omtrent bewegingen daarvan in de richting van het vak Toentang-Gaga Dalem (station Willem I). Voorts wordt hun medegedeeld, waar het brigadestafkwartier zich zal bevinden, eene aangelegenheid, welke onder 2 nader besproken zal worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 215