889 Trein. Eéne ambulance. Volgens de instructie moest de le colonne de tuchtiging ten uitvoer leggen, de 2e haren terugtocht op den linker- de 3e op den rechteroever der Atjeh-rivier dekken. De 2e colonne moest daartoe een opname stelling in den Oostrand van Ana* Baté en Gliëng kiezen, die in het noorden aangeleund was tegen de Ana* Galoengdijk en verder een deel van den noordrand van Kling bezetten, de 3e zou zich vastzetten in den Oostrand van Lam Oe. Door signalen zou het verband tusschen die beiden worden onderhouden. Het uur van afmarsch van Koeta Radja, was voor de le colon ne op middernacht van 28 op 29 Juni gesteld, voor de 2e op 5 u. 30 v. m. en voor de 3e op 6 u. v. m. beiden van Lambaroe. Extra-treinen zorgden voor het overbrengen naar dien post. Ana* Galoeng was volgens berichten door 50 man bezet, Passar Sibreh door 30—en Sibreh (Ba* Saping) door 12 man. In Ba* Tjerlaq, Blang Tjoet, Boekloet, Lambarih en Belang zouden zich geen vijanden ophouden. Een paar bruggen waren afgebroken. Doel voor de le colonne was meer in het bijzonder „Het zoo snel mogelijk bij verrassing vermeesteren van het „door den vijand bezette Ana* Galoeng, het verbranden van de „kampongs Bahat en Sibreh der VII Moekims Baid, en het „vernietigen der eigendommen aldaar. „Na afloop den terugtocht aannemen via Ana* Galoeng, „Lambarih naar Lambaroe". Op beide oevers der Atjeh-rivier zouden de troepen in stel ling blijven, tot dat de le colonne was gepasseerd. De 3e colonne had als nadere opdracht „het afpatrouilleeren van de kampongs tusschen Tjot Goet en „Belang, het slechten der vijandelijke versterkingen Tjot Goet, „Tjot Gloempang en Lamsoet, voor zoover zulks niet reeds „vroeger geschied was en de terugtocht op Siroen en Lambaroe „in verband met de 2e colonne nemen". Branden en plunderen was voor deze colonne streng verboden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 223