890 Voor den afmarsch van Lambaroe, 2 u. 30 v. m. deelde de Civiel Gezaghebber aldaar nog mede, dat er, volgens de laatste berichten binnen Ana5 Galoeng geen 50, maar 200 vijanden zaten, en dat de wallen, met de stevige verticale ijzerdraad versperring van onzen ouden post, nog in goeden staat verkeer den. Vooral de laatste mededeeling was den voorhoedecom mandant onaangenaam. Middelen om het stekeldraad door te knippen, waren niet medegenomen en zoo was het te voorzien dat de vernieling ons verliezen zou berokkenen. Langs den Ana5 Galoengdijk marcheerend, bereikte de voor hoede tegen 4 u. v. m. Blang Tjoet. Het laatste bruggetje voor Ana5 Galoeng bleek afgebroken; daar het terrein aan weers zijden droog was, leverde dit geen bezwaar op. Toen de voorste compagnie van het 3e Bataljon (de snel- laders) deze brug voorbij was, zond de colonne commandant haar vlug naar voren, om de in middels reeds afgemarcheerde maréchaus- sée's in te halen en bij den aanval op de benteng te steunen. De marschvorm der brigades op den dijk was: voorop de 5e, 6e, 7e en 8e brig, onder den le luit. W. K. J. Stoop dan de 10e, 11e, 12e, en 9e C. F. A. Wagener den commandant der maréchaussée's met den luit. Vis en vier maréchaussée's; ten slotte de le luit. G. K. Dijkstra met de 4e, 2e, en 3e brig, den trein en de le brig, als dekking trein. Aan het hoofd der compagnie snelladers marcheerde de le luit. K. J. C. Rijnen, terwijl bij het 2e peloton aan den le luit. C. G. Meerburg, zich de kapitein J. H. P. van Aken had aangesloten en de 2e luit. B. Tammes als sectie commandant was ingedeeld. Op circa 4 a 500 M. van Ana5 Galoeng, marcheerden drie brigades van luit. Stoop ten w. van den dijk in linie op, de 4e bleef in reserve daarachter, ten einde aldus behoedzaam tegen de W.- en Z.- face op te rukken. De afdeeling Wagener ging aan de oostzijde van den weg zoo gedekt en stil mogelijk, in marschcolonne, onder langs den dijk, om met 3 brigades aan de noordzijde binnen te dringen, terwijl de 9e brig, zich naar de oosterface zou wenden. De afdeeling Dijkstra met de le brig, bleven, evenals de commandant van het korps, op den dijk doormarcheeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 224