893 ■had, te hulp. Kort daarop werd die officier in den duim ver wond en opnieuw besprongen gelukkig kwam toen luit. Rijnen juist opdagen. Deze schoot en sloeg een drietal vijanden neer, verwondde een vierde maar kreeg zelf een geweerschot in de dij, dat hem voorover deed vallen. Zich willende oprichten gaf •een vijand hem een klewanghouw in den rug en maakte een ander zich gereed hem verder af te maken. Luit. Wagener vond toen gelegenheid zijne rekening te vereffenen en met hulp van de Eur. fus. Geurden no. 34009, de Bock no. 33458 en Iterson no. 36355 en wat maréchaussée's werden de aanvallers terugge dreven. Ook luit. Dijkstra had niet stil gezeten. Onder vuur dat van onder en uit de huizen kwam, dreef hij een troep vijanden voor zich uit naar de zuiderfaee, waar de afdeeling Stoop zich toen juist op de borstwering vertoonde. Zelf nam luitenant Dijkstra drie man voor zijne rekening en juist wilde hij een gewond maréchaussée weer op de been helpen, toen hij door een paar Atjehers werd besprongen. Een werd door den Amb. Kalolo no. 32182, gedood, de ander bracht den luitenant een krachtigen klewanghouw in de borst toe, en werd toen door toeschietende maréchaussée's onschadelijk gemaakt. Een der brigades, die aan de Noordzijde binnendrong, werd door een paar vijanden aangevallen. De commandant, de Eur. serg. Kok, velde er een neer, waarop de ander in een huis aan de zuid-face vluchtte, werwaarts hij door Kok en de zijnen ge volgd werd. Middels een paar salvo's werden daarin 14 man neergelegd. Luitenant Yis zond hem daarop naar den noord-oosthoek, waar blijkbaar nog hevig gestreden werd. Op zijn weg door eenige tegenstanders besprongen, werden die neergesabeld en eenige andere binnen een woning neergeschoten; daardoor raakte hij echter uit de riehting en kwam ten slotte terecht in het Z. W. bastion, waarin -zich, nadat de 5e en 8e brigade gepasseerd waren, een aantal vijanden had teruggetrokken. Hier smaakte hij 't genoegen zijn collega Gehne, no. 24385, •en een Amb. marechaussee, die het met een reusachtigen Atjeher aan den stok hadden, te hulp te kunnen komen. Ook sergeant Turpitz, die met eenige Atjehers handgemeen was geworden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1909 | | pagina 227